Archieven

2114 Abdij van Postel, 1138-1797

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

2114 Abdij van Postel, 1138-1797

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Inleiding

Geschiedenis

Verantwoording van de inventarisatie

Aanwijzingen voor het gebruik

Regesten

Records 1 t/m 100

Records 101 t/m 200

Records 201 t/m 300

Records 301 t/m 400

Records 401 t/m 500

Records 501 t/m 600

Records 601 t/m 700

Records 701 t/m 800

Records 801 t/m 900

Records 901 t/m 1000

1001 1612-10-30.
Schepenen van Someren oorkonden dat Jan Peter Vosch verkocht heeft aan Wouter Jans den Mulder een stuk akkerland in Someren bij de windmolen, grenzend aan de Broeckstraet en de openbare weg naar Asten.

1002 1612-10-30.
Jan, zoon van Joost Janssen Custers, als man van Anneke, dochter van wijlen Frans Damen, heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Govaert Gerarssen van den Grave een erfcijns van 42 karolusgulden uit een huis, erf en hof in Helmond in de Beestenstraet en uit een huis met toebehoren, gelegen buiten Helmond Opt Bijstervelt, onder meer aan de heide.

1003 1612-12-08.
Schepenen van Someren oorkonden dat Albert Gurtsen van Dupppen verkocht heeft aan Wouter Janssen den Mulder een stuk teulland in Someren bij de windmolen, grenzend aan de openbare weg en de Brouckstraet.

1004 1613-01-31.
Schepenen van Antwerpen oorkonden dat Thomas Berthelmeeussen en Mathijs Pauwels, schepenen van Bladel en Reusel, namens henzelf en de stadhouder van de bank van Bladel, schepenen van de cijnshof van Postel te Reusel, heiligegeestmeesters en naburen van Reusel, daarmee vertegenwoordigend het gehele corpus van Reusel, verklaarden schuldig te zijn aan Willem Thielmans, inwoner van Antwerpen, 796 gulden en 17 en een halve stuiver Brabants.

1005 1613-04-03.
Jan Joosten heeft verkocht voor schepenen van Helmond aan Peter van den Wasberg een erfrente van 7 gulden uit een huis, schuur, hofstad en hof met aangelegen gronden in Helmond, ter plaatse geheten opt Bijstervelt.

1006 1613-06-11.
Schepenen van Eindhoven oorkonden dat Jacob Janssen van Diepenbeek, wonend te Eindhoven, beloofd heeft aan heer Rombout Colebrandts, meester en provisor van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis een erfpacht van 25 gulden voor een hoofdsom van 400 gulden, uit een huis, hof en goed in Eindhoven in de Corenstraet, en uit een beemd in Eindhoven in de Corte Goirstraet.

1007 1613-08-05.
In het Huis van Postel sloten heer Joannes Roberti, abt van Floreffe, en heer Rumoldus Colibrant, religieus van Floreffe en proost of meester van het Huis van Postel, door tussenkomst van heer Gisbertus Masius, bisschop van 's-Hertogenbosch, en heer Joannes Drusius, abt van Park, een overeenkomst om het Huis van Postel tot officieel klooster te verheffen met regelingen over de in Postel aanwezige kloosterlingen en over de scheiding van de goederen tussen beide conventen; met als voorwaarde bekrachtiging door de hertogen van Brabant en de abt-generaal van de orde.

1008 1613-08-13.
Albert en Isabel Clara Eugenia, infante van Spanje, aartshertogen van Oostenrijk, hertogen van Brabant, oorkonden dat ze op verzoek van broeder Rombault Colibrant, profes van Floreffe en provisor van het Huis van Postel, opgedragen hebben aan de prelaten van Park en Floreffe het huis van Postel tot zelfstandige abdij te verheffen, geven insertie van de overeenkomst van 5 augustus 1613 en bekrachtigen deze. Gedaan te Brussel.

1009 1613-11-29.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Jan Michielssen en zijn echtgenote Margriet verklaren ontvangen te hebben van heer Rombaut Colibrandt, provisor van het godshuis van Postel, 300 gulden waarvoor ze voortaan jaarlijks aan dat godshuis 18 gulden en 15 stuiver zullen betalen uit een goed geheten Den Doiden Bocht in Steensel, gelegen aan goed van het godshuis, en uit een stuk grond in deze bocht gelegen, uit een stuk goed, geheten Den Gorops(?) Acker aan een 'lijwech', en uit Den Cleijnen Acker, ook aan een 'lijwech' gelegen.

1010 1613-12-10.
Schepenen van Reusel oorkonden dat Jan Cornelis Verspaendonck en zijn vrouw Johanna schuldig zijn aan heer Rombout Colibrant, meester en provisor van het hospitaal van Postel, ten behoeve van dat hospitaal een losrente van 6 rijnsgulden en 5 stuiver uit een stuk korenland in Reusel aan een landweg en uit korenland Int Middel omtrent Den Grooten Ecker, losbaar met 100 rijnsgulden.

1011 1613-12-16.
Schepenen van Oerle oorkonden dat Kasper Michielssen en Jan Dionijssen met zijn moeder Marijke, weduwe van Dionijs Peters, verklaarden schuldig te zijn aan het godshuis van Postel een erfpacht van 6 gulden en 5 stuiver uit een huis, hof en aangelag in Oerle in Kerckoerle opt Hogen Eynde, gelegen aan de openbare straat, uit een stuk goed geheten De Knotsen(?) in Oerle aan de Braeckstraat, en uit een huis, erf en aangelegen goed in Oerle en de openbare straat, losbaar met 100 gulden, welke zij bekenden ontvangen te hebben van heer Colebrant, heer van Postel.

1012 1613-12-16.
Schepenen van Oerle oorkonden dat Aert Lenart Tomassen beloofd heeft te betalen aan de provisor van Postel een erfrente van 6 gulden en 5 stuiver uit zijn huis, hof en aangelag in Oerle te Sandtoerle, met een zijde aan de gemeint gelegen, en uit een stuk akkerland daar, geheten Den Hout, losbaar met 100 gulden, welke Art bekende ontvangen te hebben van Jan Henrick reepmaker vanwege heer Colebrant, heer van Postel.

1013 1614-01-24.
Schepenen van Someren oorkonden dat Wouter Janssen de molenaar verkocht heeft aan heer Rombout Colebrant, priester, provisor en meester van het godshuis van Postel, ten behoeve van het convent, krachtens het octrooi van de hertogen van Brabant van 21 juni 1610 de goederen van het convent in Altena in Holland te verkopen en elders te investeren, een stuk bouwland in Someren bij de windmolen aan de weg naar Asten.

1014 1614-01-30.
Schepenen van Bergeijk oorkonden dat Adriaen, zoon van wijlen Bartholomeus Jans van Poppel, overgedragen heeft aan heer Jan Rombaut Colebrandt, provisor van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis een rente van 12 gulden en 10 stuiver uit een huis, aangelag, beemd en akker in Bergeijk aan 't Broeck, zoals genoemd is in de schepenakte van 25 februari 1578.

1015 1614-02-13.
Schepenen van Bergeijk oorkonden dat Mechtelt, weduwe van Aert Meus Aerts, en haar man Gijsbrecht Peters overgedragen hebben aan heer Rombaut Colebrant, provisor van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis een rente van 9 gulden uit hun aangelag met erop staand huis in Westerhoven te Bramis, met beide zijden aan openbare wegen gelegen, en uit een beemd, geheten Den Crommen Horck, met een zijde aan de gemeint en de andere aan Den Stroom, en uit een akker, geheten Den Mortel, en uit een stuk goed, geheten Den Langen Bocht.

1016 1614-06-19.
Schepenen van Bergeijk oorkonden dat Jacob Jans Joesten verklaard heeft ontvangen te hebben van heer Rombaut Colebrant, provisor van het godshuis van Postel, 100 rijnsgulden tegen een rente van 6 gulden en 5 stuiver jaarlijks met als onderpand zijn halve aangelag en huis in Bergeijk opt Loo, met een zijde aan de openbare weg; Den Kercken Acker, eveneens met een zijde aan de openbare weg; en een stuk beemd geheten Den Cuijpers Beempt.

1017 1614-06-19.
Schepenen van Bergeijk oorkonden dat Peter zoon van Aert Stevens met zijn echtgenote Willemken verklaard heeft ontvangen te hebben van heer Rombaut Coelebrant, provisor van het godshuis van Postel, 100 rijnsgulden tegen een rente van 6 gulden en 5 stuiver jaarlijks met als onderpand een halve 'aenstede' met erop staand huis in Bergeijk opt Loo met een zijde aan de openbare weg; een stuk goed geheten Den Langen Acker, met beide zijden aan de openbare weg gelegen; en twee naast elkaar gelegen beemden, gelegen aan de gemeint.

1018 1614-07-03.
Schepenen van Bergeijk oorkonden dat Marie, dochter van Lambrecht Meesters, en haar man Reynder Reijnders ontvangen hebben van heer Rombout Colebrant, provisor van het godshuis van Postel, 150 rijnsgulden voor een losrente van 9 rijnsgulden en 7,5 stuiver uit hun huis, hof, aangelag en aangelegen goed in Riethoven te Walick en uit een stuk akkerland geheten Den Wijacker in Riethoven aan een openbare weg, en uit een beemd, gelegen in De Cuninck aan een openbare weg. Met als getuigen schepenen Willem Claes en Bartholomeus Raedemaecker.

1019 1614-08-28.
Schepenen van Someren oorkonden dat Wouter Janssen, molenaar te Someren, verkocht heeft aan heer Rombout Colebrant, priester, provisor en meester van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis bij hertogelijk octrooi van 21 juni 1610 een erfcijns van 14 karolusgulden uit huis, schuur, hofstad en hof met het goed, zowel teulland als groesland, gelegen in Someren aen Slyven, grenzend aan de openbare Conincxstraet en de openbare Slyvense Straet, uit een stuk land aan de windmolen, grenzend aan land van de Heilige Geest van Someren en de Meulenbraken, en uit een stuk teulland in Someren aen de Haege, gelegen aan de Brouckstraet.

1020 1614-08-28.
Schepenen van Bergeijk oorkonden dat Corstiaen Goyaerts Claes en echtgenote vrouw Jacomijne verklaard hebben ontvangen te hebben van heer Rombaut Colebrant, provisor van het godshuis van Postel, 50 rijnsgulden tegen een rente van 3 rijnsgulden en 2 en een halve stuiver jaarlijks met als onderpand een stuk goed geheten Heer Reloffs Vorrit in Bergeijk, grenzend aan de openbare straat.

1021 1615-04-07.
Aartshertogen Albrecht en Isabella vidimeren en confirmeren het privilege op de banmolens, zoals bevestigd door Filips II op 24 november 1597.

1022 1615-05-19.
Schepenen van Someren oorkonden dat Peter Andries Smits, hun medeschepen, verkocht heeft aan heer Rombout Colebrant, priester, provisor en meester van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis, mede krachtens hertogelijk octrooi van 21 juni 1610, een stuk teulland in Someren bij het Eckerbrouck, aan twee zijden grenzend aan goed van het godshuis van Postel.

1023 1615-07-16.
Schepenen van Hapert, Hoogeloon en Casteren oorkonden dat monsieur Johan van den Huevel en zijn echtgenote Maria Verstegen beloofd hebben te betalen aan heer Rombaut Colibrant, meester en provisor van het godshuis van Postel, een erfcijns van 3 gulden uit een stuk goed genaamd Den Dalemschen Vijver, gelegen in Hapert te Dalem, west aan goed van het godshuis van Postel, strekkend van de 'spein' van den Dalemsche Vijver tot het 'spein' van Den Groenen Vijver rechtuit, zuid aan Den Groenen Vijver aan de andere zijde, oost aan de gemeint, strekkende van de 'naelden' van de sluizen van de Groenen Vijver noordwaarts op de vijverdijk waar de vijver begint, en opzij, voor zover het water 'gesteijgert wert ende naerden enden selven selven vijverdijck', op voorwaarde dat de genoemde Hoevel tussen Groenen Vijver en het goed, door hem gekocht, heeft onbegrensd gelaten een weg van 100 voet breed, met als last een erfcijns van 6 gulden aan het bisdom van 's-Hertogenbosch.

1024 1615-09-25.
Albert en Isabel Clara Eugenia, infante van Spanje, aartshertogen van Oostenrijk, hertogen van Brabant, geven goedkeuring op verzoek van Jean Roberti, abt van Floreffe, en frater Rombault, profes van Floreffe en provisor van het Huis van Postel, aan de geïnsereerde overeenkomsten van 5 augustus 1613 met de akte van goedkeuring van 13 augustus 1613 en aan de aangepaste overeenkomst van 14 september 1615 door tussenkomst van Nicolaus Zoesius, bisschop van 's-Hertogenbosch, en raadsheer Jacobus van Haecht. Gegeven te Brussel.

1025 1615-09-30.
Schepenen van Lommel oorkonden dat hun medeschepen Jan Toirkens overgedragen heeft aan heer Rombaut Colenbrants, provisor van het godshuis van Postel, ten behoeve van het godshuis, een akker te Lommel in de Midecker, palend oost aan land van het godshuis, west aan het erf van Gijbele Truyens, noord aan het erf van Henrick Smolders met een doorgaand pad, en zuid aan het erf van Matheus Willem Smolders.

1026 1616-07-23.
Schepenen van Someren oorkonden dat Michiel Goorts van Duppen verkocht heeft aan heer Rombout Colebrant, priester, heer, meester en proost van Postel, ten behoeve van dat godshuis, krachtens hertogelijk octrooi van 21 juli 1610 land in Someren bij de windmolen, gelegen aan het pad of de weg naar Asten en aan de Brouckstraet.

1027 1616-12-15.
Petrus Gossetius, abt generaal van de orde van Prémontré, oorkondt aan zijn confraters heer Joannes Roberti, abt van Floreffe, en frater Rumoldus Colibrant, profes van Floreffe en proost van Postel, dat hij instemt met de verheffing van Postel tot een nieuw klooster of een proosdij onder nadere voorwaarden. Gegeven te Prémontré.

1028 1617-09-09.
Op verzoek van de proost van het godshuis van Postel wegens de ongeregeldheden die plaatsvinden tijdens de twee jaarlijkse uitdelingen aan personen die leven van de Tafel van de Heilige Geest en langs de deuren brood bedelen, besluit de Raad van Brabant na overleg met onder andere de bisschop van 's-Hertogenbosch dat deze uitdelingen niet meer in het godshuis gedaan worden, maar dat de benodigde zaken naar de dorpen gezonden worden die dit aanbelangt. Gedaan te Brussel.

1029 1618-12-12.
Op voorwaarde van instemming door de aartshertogen en de abt generaal sluiten Joannes, abt van Floreffe, en frater Rumoldus Colibrant, proost van Postel, een overeenkomst waarbij Postel een klooster wordt zoals de andere dochters van Floreffe: Leffe, Heylissem en Beaurepart. Gedaan in het klooster van Postel.

1030 1618-12-20.
Albert en Isabel Clara Eugenia, infante van Spanje, aartshertogen van Oostenrijk, hertogen van Brabant, stemmen op verzoek van frater Jean Roberti, abt van Floreffe, en frater Rombaut Colibrant, proost van het huis en klooster van Postel, in met de verheffing van Postel tot een nieuw klooster van de orde van Prémontré met goedkeuring van de geïnsereerde overeenkomst hierover tussen Floreffe en Postel van 12 december 1618. Gedaan te Brussel.

1031 1619-01-02.
Pierre Gosset, abt van Prémontré, stemt in met de verheffing van Postel tot een klooster van de orde van Prémontré. Gedaan te Prémontré.

1032 1619-03-09.
Albert en Isabel Maria Eugenia, infante van Spanje, aartshertogen van Oostenrijk, hertogen van Brabant, bevelen de eerste deurwaarder van de Raad van Brabant op verzoek van de proost en andere religieuzen van Postel de desbetreffende beambten te laten publiceren dat de hertogen het klooster in bescherming nemen. Ondanks de uitspraak van de Raad van Brabant van 9 september 1617 over de wijziging in de halfjaarlijkse voedseluitdelingen bij het klooster, is de kloosterlingen onlangs geweld aangedaan, hetgeen ze willen voorkomen op de volgende datum waarop vroeger de uitdelingen plaatsvonden. Gegeven te Brussel.

1033 1619-12-05.
Schepenen van Someren oorkonden dat Peter zoon van Goerdt Cuylmans verkocht heeft aan Thonis Huijberts Roijmans, hoevenaar van de heer proost en meester van Postel, een stuk hooiland in Someren int Romsel, gelegen aan goed van het godshuis en de Brouckstraet.

1034 1619-12-05.
Schepenen van Someren oorkonden dat Mariken Jansen, weduwe van Willem Frans Jan Lemmens, als vruchtgebruikster, en Jan en Gerardt, hun kinderen, verkocht hebben aan Thonis Huybert Roymans, hoevenaar van Postel, een stuk hooiland in Someren int Rompsel, strekkend vanaf goed van Postel tot aan de Brouckstraet.

1035 1620-04-04.
Nicolaus, bisschop van 's-Hertogenbosch, oorkondt dat hij op 4 april 1620 op zaterdag na zondag Letare frater Egidus Johannis van 's-Hertogenbosch, subdiaken van het klooster van Postel, tot diaken verheven heeft. Gegeven te 's-Hertogenbosch.

1036 1620-07-07.
Schepenen van Someren oorkonden dat Thonis Huybert Roymans, hoevenaar van Postel, verkocht heeft aan Guiliaum van Hulsen alias Colebrant, secretaris, namens heer Rombaut Colebrant, heer en proost van Postel, ten behoeve van het convent van Postel, een stuk hooiland in Someren int Rompsell gelegen, strekkend van goed van Postel tot de Broucstraet.

1037 1621-04-28.
Albert, hertog van Brabant, maakt bekend dat hij het klooster van Postel en diens eigendommen onder zijn bescherming plaatst, verbiedt er soldaten in onder te brengen en geeft toestemming aan het klooster er zijn wapen aan te brengen. Gedaan te Brussel.

1038 1623-02-13.
Schepenen van Waalwijk oorkonden dat kinderen en erfgenamen van de in Baardwijk overleden Jan Aertsen van Grevenbroeck en Neeltken Gerits van Broechoven de hun toevallende erfenis verdeeld hebben, en overgedragen hebben aan Corstiaen Janssen Lauwen, hun zwager, als man van Adriaentken Janssen van Grevenbroeck, een stuk hooiland in Waalwijk aan de Emmecovense Heule.

1039 1623-02-16.
Schepenen van Waalwijk oorkonden dat Corstiaen Jan Lauwen, als echtgenoot van Adriaentken Janssen van Grevenbroeck, wonend in Roosendaal, overgedragen heeft aan Gijsbert Fransse de Wolff een stuk hooiland of wei in Waalwijk aan de Emmecovense Heule.

1040 1623-03-09.
Schepenen van Waalwijk oorkonden dat Adriaen Janssen van Grevenbroeck geld aan hen in consignatie gegeven heeft in goud en zilver, een dubbele jacobus en een kruisdaalder in zilver als lossing krachtens het recht van vernadering, dat hij bezat als bloedverwant van Corstiaen Jan Lauwen, echtgenoot van zijn zuster Adriaentken Janssen van Grevenbroeck, tegenover Gysbert Franssen de Wolff die een stuk hooiland gekocht heeft van de voorschreven Corst Jan Lauwen. Hierna deed Gysbert Franssen er afstand van ten behoeve van Adriaen Janssen Grevenbroeck.

1041 1623-03-10.
Schepenen van Waalwijk oorkonden dat Adriaen Janssen van Grevenbroeck, als echtgenoot van Lijsken Peeters, afstand gedaan heeft aan Adriaen Arien Vreijssen, hoevenaar in Loon op Zand, ten behoeve van de prelaat van het godshuis van Postel van een half stuk hooiland in Waalwijk, strekkend aan de Hoijgraft.

1042 1624-05-18.
Schepenen van Hapert, Loon en Casteren oorkonden dat de abt van Postel en heer Cornelis Boesdonk, provisor van deze abdij, enerzijds en Frans Dielen en zijn echtgenote Cathalijn Lauweijs Mijs dochter anderzijds heidevelden geruild hebben. De abdij krijgt een heideveld in Hoogeloon met de houtgrachten rondom, met uitzondering in het zuiden.

1043 1624-05-30.
Aert Jan Aertsen, echtgenoot van Meriken Loijen, heeft verkocht voor schepenen van Helmond aan Frans Peter Bocx een erfrente van 3 gulden en 5 stuiver uit een huis, hof en hofstad in Helmond opt Hoocheijnde, gelegen aan een openbaar water en een openbare weg.

1044 1624-07-24.
Het corpus van Eersel oorkondt dat ze een hoge rente betalen aan de heer Van Thulden op een geleende som van 714 gulden en 10 stuiver; aan Peter Joris Tennegieter op 300 gulden, beiden inwoners van 's-Hertogenbosch; en aan het godshuis van Postel in twee partijen van 700 gulden. Omdat ze dit willen terugbrengen tot 5% hebben ze van heer Rombout Colibrant, abt van het godshuis van Postel, een som geleend van 1714 gulden en 10 stuiver in kruisdaalders, geheten patacons, van 48 stuiver per stuk, tegen een rente van 85 gulden en 14,5 stuiver permissiepenningen.

1045 1625-10-21.
Koning Philips, hertog van Brabant, oorkondt dat hij op verzoek van Jacques van der Haegen, kapitein van een compagnie van 225 voetknechten in 's konings dienst, die ongeveer 24 jaar geleden bij de Antwerpse Anna van den Eynde een natuurlijke zoon verwerkt heeft met de naam Jacques van der Haegen en die twee jaar daarna in Mechelen gehuwd is met Ipolita de Mory, dochter van kapitein Francisco de Mory, deze natuurlijke zoon wettigt. Gegeven te Brussel.

1046 1626-03-21.
De Raad van Brabant veroordeelt op verzoek van de prelaat van Postel de pachters van enkele klampen van de grote en kleine tiend van Someren, te weten Jacob Fabri uit Helmond, Huybrecht zoon van meester Jan Verdysseldonck uit Someren, jonker Jan Wyffliet uit Asten en Goyaert Jan Goyaertssen uit Lierop, tot betaling van de boete zoals in hun pachtcontract was vastgelegd, met betaling van de proceskosten. Gegeven te Brussel.

1047 1626-05-01.
De schepenen, borgemeesters, de kerk- en de heiliggeestmeester, gezworenen en notabele inwoners van de vrijheid Lommel oorkonden dat zij van Rombout Colibrant, prelaat van Postel, 2000 Rijnsgulden geleend hebben en daarmee diverse renten afgelost, met name een van 1200 gulden aan Jan Laureyssen te ’s-Hertogenbosch, een van 400 gulden aan Dionijs Melis, prior van Huibergen, en een van 400 gulden aan Peter Mertens te ’s-Hertogenbosch, in ruil waarvoor zij krachtens octrooi van de Raad van Brabant van 5 juni 1605 om ten laste van de vrijheid 6000 gulden op te nemen, beloven aan Postel een erfrente van 100 gulden per jaar te betalen.

1048 1626-07-28.
De Raad van Brabant oordeelt in het proces tussen Huijbrecht Janssen van Mispel en Barbara Willem Henricx in de Chreeijcken, verzoekers, tegen de prelaat van het Godshuis van Postel, verweerder, de verzoekers niet ontvankelijk en veroordeelt hen in de proceskosten. Gedaan te Brussel.

1049 1626-07-28.
De Raad van Brabant oordeelt in het proces tussen Nicolaes Jan Peeters en Hendrick Anthonissen, verzoekers, en de prelaat van het Godshuis van Postel, verweerder, de verzoekers niet ontvankelijk en veroordeelt hen in de proceskosten. Gedaan te Brussel.

1050 1627-02-24.
Voogden van de onmondige kinderen van Adriaen Heijligers, van Corstiaen Heyligers en van Dirck Heyligers, en Goyaert Geeritssen van Duppen, stadhouder van Venloon, als voogd van de onmondige kinderen van Aert Heyligers, allen erfgenamen van Heijliger Janssen van Broechoven en Adriana Aertssen, hebben verklaard voor schepenen van Loon op Zand dat heer Willem van Hulsen geheten Colebrant namens het godshuis van Postel de erfpacht van een half mud rogge gelost heeft uit zijn hoeve, deels in Loon op Zand, deels in Udenhout.

1051 1627-03-20.
Jean Walschart, notaris van het Hof van Luik en de Souvereine Raad van Luik, instrumenteert dat Jean de Resmont, priester en kanunnik van Sint(-Jan) evangelist in Luik, overeenkomt met de procureur van Jean Doignies, kanunnik van Fosse en persoon van Asten en Lierop, dat hij hem niet meer zal storen in het bezit van het personaat. Gedaan in het huis van genoemde Resmont in Luik.

1052 1627-04-10.
Jan Dognies, kanunnik van Fosse en persoon van Asten, was gehinderd door heer Anthonius Franciscus Raymondi te Rome in het personaat van Asten dat hij gekregen had, na overlijden van heer [Jhannes] del Rio, kanunnik en deken van Antwerpen en persoon van Asten, van de abt van Floreffe die het begevingsrecht bezat. Daarna had de aartsdiaken hem in het bezit gesteld van dit ambt en van de tiend en ander inkomen. Op 20 augustus 1624 had hij een akte van maintenue verkregen van de Raad van Brabant en deze overhandigd aan de procureur van Anthonius. Deze wilde een ontmoeting in het portaal van de kerk van Asten op 21 augustus. De deurwaarder van de Raad had zich op die dag vanuit Eindhoven naar Asten begeven. De procureur van Anthonius verzette zich en werd voor de Raad gedaagd op 4 september. Tijdens de procedure stierf Anthonius waarna Jan de Resmont, priester, kanunnik van Sint-Jan evangelist in Luik, een overeenkomst voorstelde via een notarieel instrument van 20 januari 1627. De Raad gaat akkoord met het voorgestelde en beveelt Jan de Resmont er zich aan te houden ten behoeve van Jan Doignies.

1053 1627-07-06.
Schepenen van Bergeijk oorkonden dat Jan Ooms opgedragen heeft aan de provisor van het godshuis van Postel ten behoeve van dat godshuis een erfpacht van 1 mud rogge uit een bocht in Bergeijk, gelegen aan een openbare landweg en uit een stuk land in Bergeijk, grenzend aan goed van het godshuis van Postel.

1054 1627-07-26.
Philips, hertog van Brabant, beveelt zijn eerste deurwaarder of bode op verzoek van de religieuzen van Postel de ingezetenen van Reusel voor de kanselier en Raad van Brabant te dagen, omdat ze weigeren de 20e penning te betalen aan het godshuis van Postel als grondheer over al het hout aan de openbare wegen dat ze verkopen aan niet-ingezetenen, zoals ze dat ook verplicht zijn voor moer die ze aan niet-ingezetenen verkopen. Gegeven te Brussel.

1055 1627-11-18.
Isabel Clara Eugenia, infante van Spanje, aartshertogin van Oostenrijk, oorkondt aan de prior en religieuzen van de Abdij van Postel dat ze wegens het overlijden van abt Rombout Colibrant instemt met diens opvolger frater Jean du Chesne, voormalig pastoor van Sautour. Gegeven te Brussel.

1056 1628-06-13.
Aegidius de Taxillis, apostolisch notaris, instrumenteert dat op 13 juni 1628 heer Joannes Roberti, abt van Floreffe en vaderabt van Postel, heer Joannes du Chesne als abt van Postel heeft bevestigd en geïnstalleerd in aanwezigheid van heer Natalis de Rosimont, apostolisch protonotaris en deken van Fosses, heer Henricus Gregori, kanunnik daar, en de sindicus van de gekozene, heer Leonardus Lathour, en heer Franciscus Pochet, kanunniken van Fosses, en heer Joannes Caslot, baljuw van Sautour, met uitgebreide beschrijving van de uitgevoerde ceremomonie en afgelegde belofte. Gedaan in het klooster van Floreffe met als getuigen heer Laurentius de la Tour, heer Franciscus Pochez, kanunniken van Fosses, en heer Joannes Caslot, baljuw van Sautour.

1057 1628-11-27.
Philips, hertog van Brabant, beveelt zijn eerste deurwaarder of bode op verzoek van de religieuzen van Postel de ingezetenen van Reusel voor de kanselier en Raad van Brabant te dagen, omdat ze weigeren de 20e penning te betalen aan het godshuis van Postel als grondheer over al het hout aan de openbare wegen dat ze verkopen aan niet-ingezetenen, zoals ze dat ook verplicht zijn voor moer die ze aan niet-ingezetenen verkopen. Vernieuwd dagement. Gegeven te Brussel.

1058 1629-03-20.
Schepenen van Reusel oorkonden dat Adriaen Aertssen Dongen schuldig is aan Daniel Wilems Meijer te Reusel en zijn vrouw Anneke een losrente van 11 gulden uit zijn woonhuis, erf en aangelag te Reusel aan de openbare straat, losbaar met 200 gulden. Met als getuigen Wilem van Horrick en Peeter Aertssen.

1059 1629-05-07.
Schepenen van Bergeijk oorkonden dat Marcelis Joost Marcelis met zijn echtgenote Margrietke Franssen ontvangen had van juffrouw Maria van Breusigem, weduwe van heer N. Goossens, 62 en een halve kruisdaalder tegen een rente van 8 gulden met als onderpand een huis, hof, aangelag en toebehoren in Bergeijk op Berct aan de openbare straat.

1060 1629-08-06.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Willem, zoon van Lambrecht Willemssen, en Alidt Jan Thijssen schuldig waren aan Cathelijn, weduwe van Jan Leijsen, een rente van 400 gulden en een obligatie van 200 gulden aan wijlen Peter Haengreeffs Heesmans, welke nu afgelost zijn, waarna beiden verklaarden schuldig te zijn aan de abt van het godshuis van Postel een losrente van 600 gulden tegen 30 gulden per jaar uit (wat betreft Willem) twee aaneen gelegen akkers in Duizel, geheten Den Grooten en Cleyne Bleecken, en uit een beemd geheten Het Ossen Eeussel, beide aan een openbare weg gelegen, en uit (wat betreft Alidt) haar aangelag met erop staand huis en hof in Duizel, en uit een akker genoemd De Streep, beide aan een openbare weg gelegen, en uit een akker geheten De Coppen, gelegen aan een openbare weg en aan genoemde Bleeckacker.

1061 1629-10-23.
Filips IV, koning van Spanje, oorkondt dat hij, na advies van de raadsheer-fiscaal van Brabant, aan de prelaat van Postel octrooi verleent om het huis bij de Horenbrugge in de Borchstraat te Leuven, weer te verkopen, dat diens voorganger enkele jaren voordien met octrooi van de Raad van Brabant had gekocht als seminarie voor jonge studenten, omdat dit huis te ver van de universteit is gelegen en onlangs door de abt van Floreffe een geschikter seminarie is opgericht.

1062 1630-10-22.
De schepenen, borgemeesters, de kerk- en de heiliggeestmeester, gezworenen en notabele inwoners van de vrijheid Lommel oorkonden dat zij, aangezien de vrijheid een aanzienlijk geldbedrag schuldig was aan het kantoor van de contributiën te Heusden – waarvoor de borgemeesters waren gevangengezet – van Henrick Haengreefs als momber van zijn broer Jan, zoon van Peeter Haengreeffs, 600 gulden kapitaal geleend hebben tegen een jaarlijkse erfrente van 31 Carolusgulden en 10 stuivers.

1063 1631-03-29.
Koning Philips, hertog van Brabant, geeft op verzoek van prelaat, prior, provisor en kloosterlingen van het godshuis van Postel wegens ernstige nader beschreven ongeregeldheden en plunderingen bij de twee jaarlijkse nader beschreven uitdelingen aan de armen van de omliggende dorpen, een nieuw reglement voor deze uitdelingen, gebaseerd op lokaal te verkrijgen loodjes, om toekomstige ongeregeldheden te voorkomen. Gegeven te Brussel.

1064 1631-08-26.
Koning Philips, hertog van Brabant, beveelt zijn eerste deurwaarder binnen het hertogdom Brabant op verzoek van Willem Peeterssen, ingezetenen van Bladel, naaste bloedverwant van Andries Andriessen, die zijn recht van vernadering heeft laten gelden betreffende de verkoop of belening door Andries Andriessen aan Mys Aelbertssen Verheggen, welke daarvoor niet wilde wijken, deze Mys te dagen voor de schepenbank van Reusel. Gegeven te Brussel.

1065 1632-02-13.
De Raad van Brabant beveelt de beambten van de dorpen rondom de Abdij van Postel, zoals Bergeijk, Eersel, Reusel, Arendonk, Bladel, Retie, Mol, Balen, Dessel en Lommel, het reglement van 29 maart 1631 opnieuw te publiceren en ernaar te handelen, omdat bij de laatste halfjaarlijkse uitdeling aan de armen van de omliggende dorpen opnieuw vele ongeregeldheden zijn voorgevallen. Gedaan te Brussel.

1066 1633-01-07.
Schepenen van Reusel oorkonden dat Jan Janssen de Wael en zijn vrouw Maijken overgedragen hebben aan heer Jan Duchesne, abt van Postel, grondheer van Reusel, Oerle, Netersel etc., een huis, hof en aangelag achter in Zegerstraet te Reusel, noord en zuid aan de openbare straat, west aan het Galaap, goed van Postel, om het te gebruiken als pastorie zonder dat de pastoor er enig gezag over heeft, met als getuigen Peeter Smits, Adriaen Sijmen Moonnen en Aert van den Put. Gegeven te Postel in 'de groote saelde'. Verkocht voor 1600 gulden en 1 mud koren.

1067 1633-02-14.
De Raad van Brabant verordent in de zaak tussen de prelaat en het godshuis van Postel, verzoekers, enerzijds en Johan van der Leen, rentmeester-generaal van de koninklijke domeinen in het kwartier van 's-Hertogenbosch, rescribent, anderzijds dat het verweerschrift van de rentmeester-generaal overhandigd moet worden aan de verzoekers ten behoeve van een binnen veertien dagen op te stellen repliek. Gedaan te Brussel.

1068 1633-06-14.
Ferdinand, aartsbisschop van Keulen en bisschop van Luik, staat toe aan Joannes du Chesne, abt, en convent van Postel, het erf dat ze in de stad Bree gekocht hebben, te bebouwen en te gebruiken als refugie, klooster en school. Gegeven te Keulen.

1069 1634-05-31.
Paus Urbanus VIII schenkt een aflaat aan degenen die op bepaalde dagen rond Allerzielen de mis bijwonen voor het altaar van Maria Magdalena in Postel. Gegeven te Rome in de Santa Maria Maggiore.

1070 1634-06-30.
Paus Urbanus VIII schenkt een aflaat aan degenen die op bepaalde dagen rond Allerzielen de mis bijwonen voor het altaar van Maria Magdalena in Postel. Gegeven te Rome in de Santa Maria Maggiore.

1071 1635-05-10.
Om geschillen te vermijden tussen prelaat en convent van Floreffe en schepenen, burgemeesters, kerk- en heiligegeestmeesters met de gemene en schamele ingezetenenen van Lieshout over de spijnden die wekelijks uit de hoeven van Tongerlo in Lieshout uitgereikt worden volgens de overeenkomst van 2 april 1594, zijn verschenen heer Charles Fauraulx, pastoor van Zandhoven, en heer Alexander van Bockholt, pastoor van Lagemierde, beiden religieuzen van Floreffe, enerzijds en schepenen, burgemeesters, kerk- en heiligegeestmeesters met de gemene ingezetenenen en schamele buren van Lieshout anderzijds en zijn, door tussenkomst van heer jonker Johan Oudart, heer van Rixtel, Aarle, Beek, Stiphout etc. en jonker Floris van Erp(?), heer van Nuenen, Gerwen, Nederwetten etc., overeengekomen dat prelaat en conventualen in plaats van de wekelijkse spijnden voortaan 27 mud rogge jaarlijks zullen leveren voor de armen van Lieshout onder nadere voorwaarden en dat de prelaat de hoeve op Duinhoven zal opbouwen en weer zal verpachten. Overeengekomen op 15 maart 1635 en later bekrachtigd door de schepenen en ondertekend door de conventsleden.

2114 Abdij van Postel, 1138-1797

Inleiding

Regesten

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

1071

1635-05-10.
Om geschillen te vermijden tussen prelaat en convent van Floreffe en schepenen, burgemeesters, kerk- en heiligegeestmeesters met de gemene en schamele ingezetenenen van Lieshout over de spijnden die wekelijks uit de hoeven van Tongerlo in Lieshout uitgereikt worden volgens de overeenkomst van 2 april 1594, zijn verschenen heer Charles Fauraulx, pastoor van Zandhoven, en heer Alexander van Bockholt, pastoor van Lagemierde, beiden religieuzen van Floreffe, enerzijds en schepenen, burgemeesters, kerk- en heiligegeestmeesters met de gemene ingezetenenen en schamele buren van Lieshout anderzijds en zijn, door tussenkomst van heer jonker Johan Oudart, heer van Rixtel, Aarle, Beek, Stiphout etc. en jonker Floris van Erp(?), heer van Nuenen, Gerwen, Nederwetten etc., overeengekomen dat prelaat en conventualen in plaats van de wekelijkse spijnden voortaan 27 mud rogge jaarlijks zullen leveren voor de armen van Lieshout onder nadere voorwaarden en dat de prelaat de hoeve op Duinhoven zal opbouwen en weer zal verpachten. Overeengekomen op 15 maart 1635 en later bekrachtigd door de schepenen en ondertekend door de conventsleden.

Ontwikkelingsstadium:

insertie in inv.nr. Lieshout_19

met instemming van de bisschop van 's-Hertogenbosch, 4 juni 1635

Zie ook: