Jan van Horne, baanderheer van Boxtel, heer van Bassigny, Lokeren, Angest, Kessel, Liempde, Esch etc., beveelt alle tolheffers van Holland en Zeeland om de pater van het klooster Sint-Elisabethsdal te Boxtel of hun gevolmachtigde met hun goederen zonder betaling door te laten, omdat Albrecht, paltsgraaf op de Rijn, hertog van Beieren, graaf van Henegouwen, Holland, Zeeland en heer van Friesland, de ingezetenen van Boxtel tolvrijdom heeft verleend, zoals blijkt uit de bezegelde oorkonde van Albrecht die onder hem berust. i
Jan van Horne, baanderheer van Boxtel, heer van Bassigny, Lokeren, Angest, Kessel, Liempde, Esch etc., beveelt alle tolheffers van Holland en Zeeland om de pater van het klooster Sint-Elisabethsdal te Boxtel of hun gevolmachtigde met hun goederen zonder betaling door te laten, omdat Albrecht, paltsgraaf op de Rijn, hertog van Beieren, graaf van Henegouwen, Holland, Zeeland en heer van Friesland, de ingezetenen van Boxtel tolvrijdom heeft verleend, zoals blijkt uit de bezegelde oorkonde van Albrecht die onder hem berust.