1453 oktober 6
Schepenen van Heusden oorkonden, dat Liesbeth, vrouw van Jacob Rutgerszn van Ophoven / Aleid / Beatris / Gerrit / Liesbeth, dochters van Jacob voornoemd, met hun voogd, ten hehoeve van Rutger van Ophoven Gerritszn, afstand hebben gedaan van:
erfpacht van 1 mud rogge, die Jacob voornoemd bezat van Gerard Rutgerszn van Ophoven, waarbij Liesbeth tevens beloofde, ook haar onmondige dochter Marie hiervan afstand te zullen laten doen;
tevens oorkonden zij gezien te hebben akte van 1430 juni 15, waarbij Rutger de Bloot Jans Blotenzn, priester, deze erfpacht overdroeg aan Henrik van Ophoven, priester, welke akte was doorstoken met akte van 1430 juni 16, waarvan zij hier vidimus geven (regestnr 573)
Origineel (inventarisnr 377)
Met schepenzegels Huge van Wijk en Dirk Willem Merlantszn
1453 oktober 6
Schepenen van Heusden oorkonden, dat Liesbeth, vrouw van Jacob Rutgerszn van Ophoven / Aleid / Beatris / Gerrit / Liesbeth, dochters van Jacob voornoemd, met hun voogd, ten hehoeve van Rutger van Ophoven Gerritszn, afstand hebben gedaan van:
erfpacht van 1 mud rogge, die Jacob voornoemd bezat van Gerard Rutgerszn van Ophoven, waarbij Liesbeth tevens beloofde, ook haar onmondige dochter Marie hiervan afstand te zullen laten doen;
tevens oorkonden zij gezien te hebben akte van 1430 juni 15, waarbij Rutger de Bloot Jans Blotenzn, priester, deze erfpacht overdroeg aan Henrik van Ophoven, priester, welke akte was doorstoken met akte van 1430 juni 16, waarvan zij hier vidimus geven (regestnr 573)
Origineel (inventarisnr 377)
Met schepenzegels Huge van Wijk en Dirk Willem Merlantszn