1539 april 18
Schepenen van 's-Hertogenbosch, Franciscus Bogart en Henrik de Eindoven, oorkonden, dat Margaretha, dochter wijlen Theo van Heeswijk, heeft overgedragen aan Henrik De Peelt, keldermeester klooster Mariëndonk:
erfpacht van 1/2 mud rogge uit huis, erf en hof in Drunen in Cuijk, welke pacht Margaretha had verworven van Reijmboldus, zoon wijlen Reijmboldus Hoorn, losbaar met 38 carolusgulden
Gevidimeerd in Brabants Boek van Vidimus (inventarisnr 88) folio 113v
Opschrift luidt hier foutievelijk: 'Van een gelijcke (= eenen: folio 108r) malder roggen'
1539 april 18
Schepenen van 's-Hertogenbosch, Franciscus Bogart en Henrik de Eindoven, oorkonden, dat Margaretha, dochter wijlen Theo van Heeswijk, heeft overgedragen aan Henrik De Peelt, keldermeester klooster Mariëndonk:
erfpacht van 1/2 mud rogge uit huis, erf en hof in Drunen in Cuijk, welke pacht Margaretha had verworven van Reijmboldus, zoon wijlen Reijmboldus Hoorn, losbaar met 38 carolusgulden
Gevidimeerd in Brabants Boek van Vidimus (inventarisnr 88) folio 113v
Opschrift luidt hier foutievelijk: 'Van een gelijcke (= eenen: folio 108r) malder roggen'