1459 maart 1 (prima die mensis Martii, feria quinta post Dominicam qua cantatur Oculi, anno Domini millesimo CCCCmo quinquagesimo octavo)
Arnold van der Papendonk draagt, voor schepenen van 's-Hertogenbosch, over:
jaarlijkse erfpacht van 2 mud rogge, uit Hoeve Ten Hove in Gemert en uit perceel land Groot Geroed, eveneens in Gemert, welke pacht Arnold voornoemd bij akte van schepenen van Helmond verkregen had van Wilhelm, zoon van Henrik Maaszn van Gemert, aan Lambert van Doernen, zoon van Christian, voor Henrik de Espdonk
Schepenen van 's-Hertogenbosch: Nicolaus Spierink en Johan, zoon van Johan Monix
Origineel (inventarisnr 844)
Met zegel Nicolaus Spierink
Op rugzijde: 'Henrik de Espdonkk. Van II mudden roggen te bevraegen en met latere hand: Littere de II modiis silinginis mensure de Helmont in Gemert tradendis'
1459 maart 1 (prima die mensis Martii, feria quinta post Dominicam qua cantatur Oculi, anno Domini millesimo CCCCmo quinquagesimo octavo)
Arnold van der Papendonk draagt, voor schepenen van 's-Hertogenbosch, over:
jaarlijkse erfpacht van 2 mud rogge, uit Hoeve Ten Hove in Gemert en uit perceel land Groot Geroed, eveneens in Gemert, welke pacht Arnold voornoemd bij akte van schepenen van Helmond verkregen had van Wilhelm, zoon van Henrik Maaszn van Gemert, aan Lambert van Doernen, zoon van Christian, voor Henrik de Espdonk
Schepenen van 's-Hertogenbosch: Nicolaus Spierink en Johan, zoon van Johan Monix
Origineel (inventarisnr 844)
Met zegel Nicolaus Spierink
Op rugzijde: 'Henrik de Espdonkk. Van II mudden roggen te bevraegen en met latere hand: Littere de II modiis silinginis mensure de Helmont in Gemert tradendis'