1404 juli 14 (des Manendages na sunte Allexanders daghe)
Henrik Dirkszn en Henrik van Botholen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit van den Laarakker schuldig is aan Ywen Baanrots:
erfpacht van 15 vat rogge per jaar uit erf in Cuijk, dat Ywen van Heilwig van den Laarakker geërfd had (zie ook schepenakte van 14 juli 1404, regestnr 61) (met transfixen van 4 oktober 1450 en 22 april 1453, regestnr 386 en nr 400)
Origineel (inventarisnr 786)
Met zegels schepenen
1404 juli 14 (des Manendages na sunte Allexanders daghe)
Henrik Dirkszn en Henrik van Botholen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit van den Laarakker schuldig is aan Ywen Baanrots:
erfpacht van 15 vat rogge per jaar uit erf in Cuijk, dat Ywen van Heilwig van den Laarakker geërfd had (zie ook schepenakte van 14 juli 1404, regestnr 61) (met transfixen van 4 oktober 1450 en 22 april 1453, regestnr 386 en nr 400)
Origineel (inventarisnr 786)
Met zegels schepenen