1418 mei 13 (op sunte Servaes daghe)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Godken de Groot schuldig is aan Aleid de Grote, weduwe Willem Timmerman:
1/2 mander rogge per jaar uit zijn goed in de Hautart, als erfdeel van haar ouders
Origineel (inventarisnr 623)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 393 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Desen rog is verbuyt aen III stuck lants van Dimer Rongen, dat I aen den Wier, die 11 in Kuker velt, die gelt Arnt Wauwel' en 'Diemer van der Maasen'
1418 mei 13 (op sunte Servaes daghe)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Godken de Groot schuldig is aan Aleid de Grote, weduwe Willem Timmerman:
1/2 mander rogge per jaar uit zijn goed in de Hautart, als erfdeel van haar ouders
Origineel (inventarisnr 623)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 393 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Desen rog is verbuyt aen III stuck lants van Dimer Rongen, dat I aen den Wier, die 11 in Kuker velt, die gelt Arnt Wauwel' en 'Diemer van der Maasen'