1426 mei 12 (op sente Servaes avont des heiligen bisscops)
Maas Kantelenberg en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Jan Roelofszn en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan Berthout de Jeger:
2 percelen land op de Laarakker, naast (1) Roilken Rijkenzn / Gadaart Pappaart / Jan den Groten en (2) Liesbeth Gerits / gemeent / weg door Laarakker, behoudens 6 vat rogge per jaar en cijns van 6 penningen voor Heer van Haps
Origineel (inventarisnr 1031)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 257 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
Op rugzijde: 'Item dat gaesthuis tot Grave IIII vaet ende die kirche tot Kuyc 1I vaet; Ende die kerke wael betaelt ende quyt'
1426 mei 12 (op sente Servaes avont des heiligen bisscops)
Maas Kantelenberg en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Jan Roelofszn en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan Berthout de Jeger:
2 percelen land op de Laarakker, naast (1) Roilken Rijkenzn / Gadaart Pappaart / Jan den Groten en (2) Liesbeth Gerits / gemeent / weg door Laarakker, behoudens 6 vat rogge per jaar en cijns van 6 penningen voor Heer van Haps
Origineel (inventarisnr 1031)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 257 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
Op rugzijde: 'Item dat gaesthuis tot Grave IIII vaet ende die kirche tot Kuyc 1I vaet; Ende die kerke wael betaelt ende quyt'