1441 november 24 (op sunte Katherinen avont virginis)
Zeger van Redinkhaven, rechter van Heumen, Malden en Beek, oorkondt met Mechteld, weduwe Henrik van Apelteren, ridder, als cijnsvrouwe en medebezegelaarster, ten overstaan van zijn gerechtsluiden Johan van Sittard en Johan Doll, dat Zeger van Groesbeek Tilmanszn in erfpacht genomen heeft van Aleid, dochter van Johan van Weelderen alias Puijflik:
hof met hoeve broekland en bos, op het Stal, naast Heerstraat / leengoed bij kerkenland van Malden / en heide Nijmegenwaarts, van welk broekland vrouwe van Apelteren overste cijnsvrouwe is, voor 14 malder winterrogge per jaar, te betalen in Nijmegen, onder voorwaarde dat timmering moet blijven staan
Origineel (inventarisnr 981)
Met zegels oorkonder en cijnsvrouwe
1441 november 24 (op sunte Katherinen avont virginis)
Zeger van Redinkhaven, rechter van Heumen, Malden en Beek, oorkondt met Mechteld, weduwe Henrik van Apelteren, ridder, als cijnsvrouwe en medebezegelaarster, ten overstaan van zijn gerechtsluiden Johan van Sittard en Johan Doll, dat Zeger van Groesbeek Tilmanszn in erfpacht genomen heeft van Aleid, dochter van Johan van Weelderen alias Puijflik:
hof met hoeve broekland en bos, op het Stal, naast Heerstraat / leengoed bij kerkenland van Malden / en heide Nijmegenwaarts, van welk broekland vrouwe van Apelteren overste cijnsvrouwe is, voor 14 malder winterrogge per jaar, te betalen in Nijmegen, onder voorwaarde dat timmering moet blijven staan
Origineel (inventarisnr 981)
Met zegels oorkonder en cijnsvrouwe