1456 maart 16
Jan Maasz en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Ot Willem Coetsenzn / zijn zoon Arnt / en zijn vrouw Aleid, overgedragen hebben aan Noike Henriks:
schepenakte van 10 november 1431, waardoor dit transfix gestoken is, over 2 malder rogge per jaar uit 2 percelen land in Hoge Gat, afkomstig vam Mechteld Arnt Bloemendr, te weten perceel naast Arnt Bloemen, Roel tot Haps en gemeent, waaruit Willem Jan Sibrechts jaarlijks het ene malder heeft / perceel naast hofstad ( = bouwkavel), waaruit Roel voornoemd het andere malder heeft (zie regestnr 222) (met transfix van 12 mei 1485, regestnr 616)
Origineel (inventarisnr 743)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 195 (inventarisnr 1)
1456 maart 16
Jan Maasz en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Ot Willem Coetsenzn / zijn zoon Arnt / en zijn vrouw Aleid, overgedragen hebben aan Noike Henriks:
schepenakte van 10 november 1431, waardoor dit transfix gestoken is, over 2 malder rogge per jaar uit 2 percelen land in Hoge Gat, afkomstig vam Mechteld Arnt Bloemendr, te weten perceel naast Arnt Bloemen, Roel tot Haps en gemeent, waaruit Willem Jan Sibrechts jaarlijks het ene malder heeft / perceel naast hofstad ( = bouwkavel), waaruit Roel voornoemd het andere malder heeft (zie regestnr 222) (met transfix van 12 mei 1485, regestnr 616)
Origineel (inventarisnr 743)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 195 (inventarisnr 1)