1467 september 18
Schepenen van Cuijk oorkonden, met schepenen Noeyken Henriks en Henrik de Groot, als bezegelaars, en Loef Jeger, rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat broeder Arnt Snelraat zich, voor klooster van Sint Agatha, heeft doen panden voor 101/2 malder rogge volgens inhoud van schepenakte aan onderpand Pixhoeve, waarin Gerit de Kaal, Gertrud Baken Baix, Derik Rolofsz, Jan Bakens en Henrik Bakensz nog 5 malder napacht hadden
Origineel (inventarisnr 771)
Met zegel 2e schepen en rechter
Kopie cartularium, 246 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'desen pacht was in Kuuycker velt'
In inventaris cartularium: 'mitten pacht aen den Langh Hegge in Cuijksche velt'
1467 september 18
Schepenen van Cuijk oorkonden, met schepenen Noeyken Henriks en Henrik de Groot, als bezegelaars, en Loef Jeger, rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat broeder Arnt Snelraat zich, voor klooster van Sint Agatha, heeft doen panden voor 101/2 malder rogge volgens inhoud van schepenakte aan onderpand Pixhoeve, waarin Gerit de Kaal, Gertrud Baken Baix, Derik Rolofsz, Jan Bakens en Henrik Bakensz nog 5 malder napacht hadden
Origineel (inventarisnr 771)
Met zegel 2e schepen en rechter
Kopie cartularium, 246 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'desen pacht was in Kuuycker velt'
In inventaris cartularium: 'mitten pacht aen den Langh Hegge in Cuijksche velt'