1468 oktober 16 (op sunte Gallen dach confessoris)
Johan van Zellar Reinkensz, erkent, met Gadert van Wilake, ridder / Walraven van Nijdeggen / Peter van Wetten Klaasz, dedingsluiden, als medebezegelaars, dat hij geen recht heeft op:
perceel land Horst, tussen gerechten van Midler en Moldik, dat wijlen zijn oom Johan van Zellar met broeder Johan van Zellar, natuurlijke zoon wijlen zijn zoon Johan, aan klooster van Sint Agatha gegeven had
Origineel (inventarisnr 974)
Met zegels oorkonder en medebezegelaars
Kopie cartularium, 349 (inventarisnr 1)
1468 oktober 16 (op sunte Gallen dach confessoris)
Johan van Zellar Reinkensz, erkent, met Gadert van Wilake, ridder / Walraven van Nijdeggen / Peter van Wetten Klaasz, dedingsluiden, als medebezegelaars, dat hij geen recht heeft op:
perceel land Horst, tussen gerechten van Midler en Moldik, dat wijlen zijn oom Johan van Zellar met broeder Johan van Zellar, natuurlijke zoon wijlen zijn zoon Johan, aan klooster van Sint Agatha gegeven had
Origineel (inventarisnr 974)
Met zegels oorkonder en medebezegelaars
Kopie cartularium, 349 (inventarisnr 1)