1470 mei 14
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Frank Geritsz en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan Gerit Gaartsz:
1 malder rogge per jaar uit perceel land op Laarakker, naast voorheen Thijs Roelkens / Gees Papperts / Michiel van Rode / gemeent, behoudens 12 malder rogge min 1 schepel per jaar en cijns van 3 kapoenen per jaar (met transfix van 20 februari 1487, regestnr 652) (zie ook de akte van 15 mei 1470, regestnr 508)
Origineel (inventarisnr 789)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 260 en 263 (inventarisnr 1)
1470 mei 14
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Frank Geritsz en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan Gerit Gaartsz:
1 malder rogge per jaar uit perceel land op Laarakker, naast voorheen Thijs Roelkens / Gees Papperts / Michiel van Rode / gemeent, behoudens 12 malder rogge min 1 schepel per jaar en cijns van 3 kapoenen per jaar (met transfix van 20 februari 1487, regestnr 652) (zie ook de akte van 15 mei 1470, regestnr 508)
Origineel (inventarisnr 789)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 260 en 263 (inventarisnr 1)