1478 maart 6 (des Vrydages na den Sonnendage Letare Jherusalem)
Hadewig van Groesbeek, vrouwe van Heumen, oorkondt dat zij geen recht heeft op 21/2 Vlaamse gulden per jaar uit perceel land in Malden, behorende tot hof op Stal van klooster van Sint Agatha, welke rente Arnt Millink aan klooster verkocht had en hem aangekomen was uit boedelscheiding van wijlen Willem Tengnagels van Zandwijk en zijn vrouw Margriet (zie ook de akte van 11 maart 1478, regestnr 542)
Origineel (inventarisnr 983)
Met beschadigd zegel oorkondster
Kopie cartularium, 344 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'eenen hof tot Malden geheyten Stalsz Dael'
1478 maart 6 (des Vrydages na den Sonnendage Letare Jherusalem)
Hadewig van Groesbeek, vrouwe van Heumen, oorkondt dat zij geen recht heeft op 21/2 Vlaamse gulden per jaar uit perceel land in Malden, behorende tot hof op Stal van klooster van Sint Agatha, welke rente Arnt Millink aan klooster verkocht had en hem aangekomen was uit boedelscheiding van wijlen Willem Tengnagels van Zandwijk en zijn vrouw Margriet (zie ook de akte van 11 maart 1478, regestnr 542)
Origineel (inventarisnr 983)
Met beschadigd zegel oorkondster
Kopie cartularium, 344 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'eenen hof tot Malden geheyten Stalsz Dael'