1481 juni 25 (des anderen dages nae sunte Johan Baptisten dach Nativitatis)
Peter van Wetten Klaasz en Jan van Moldijk, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben schepenakte van 16 januari 1472 (zie regestnr 513), toebehorende aan Willem van Doornen, glazenmaker en burger in Grave, waarop voornoemde Willem en zijn vrouw Liesbeth beloofd hebben dat God Herman Wauwelsz gerechtigd zijn zal aan deze akte tot waarschap van beemd in Sint Agatha, het Meerraat, die God van hen gekocht heeft bij akte van 11 juni 1480 (zie regestnr 549), aangezien Hein de Groot en zijn vrouw Heilwig beloofd hadden die beemd te vrijwaren van 21 malder rogge per jaar van Jan van Duren uit hof Doijenberg en voorgenoemde beemd
Origineel (inventarisnr 692)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 182 (inventarisnr 1)
1481 juni 25 (des anderen dages nae sunte Johan Baptisten dach Nativitatis)
Peter van Wetten Klaasz en Jan van Moldijk, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben schepenakte van 16 januari 1472 (zie regestnr 513), toebehorende aan Willem van Doornen, glazenmaker en burger in Grave, waarop voornoemde Willem en zijn vrouw Liesbeth beloofd hebben dat God Herman Wauwelsz gerechtigd zijn zal aan deze akte tot waarschap van beemd in Sint Agatha, het Meerraat, die God van hen gekocht heeft bij akte van 11 juni 1480 (zie regestnr 549), aangezien Hein de Groot en zijn vrouw Heilwig beloofd hadden die beemd te vrijwaren van 21 malder rogge per jaar van Jan van Duren uit hof Doijenberg en voorgenoemde beemd
Origineel (inventarisnr 692)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 182 (inventarisnr 1)