1482 oktober 18 (op sunte Lucas dach ewangelist)
Gerit van Marik en Gerit Hanen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Aab Jan Michilensz, gasthuismeester / Gerit Cuper / en Gijsbert Maas, provisoren Sint-Catharinangasthuis in Grave, overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Graaf, voor klooster van Sint Agatha:
141/2 pond, die klooster jaarlijks verschuldigd was aan koren- en smaltienden in Hautert en Sint Agatha, waarvan pastoor van Cuijk andere helftheeft, met alle akten en geschriften hiervan
Origineel (inventarisnr 720)
Met zegels schepenen
1482 oktober 18 (op sunte Lucas dach ewangelist)
Gerit van Marik en Gerit Hanen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Aab Jan Michilensz, gasthuismeester / Gerit Cuper / en Gijsbert Maas, provisoren Sint-Catharinangasthuis in Grave, overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Graaf, voor klooster van Sint Agatha:
141/2 pond, die klooster jaarlijks verschuldigd was aan koren- en smaltienden in Hautert en Sint Agatha, waarvan pastoor van Cuijk andere helftheeft, met alle akten en geschriften hiervan
Origineel (inventarisnr 720)
Met zegels schepenen