1491 november 18
Cornelis van Bergen, ridder, heer van Grevenbroeck, en zijn zoon hertog Philips, stadhouder van hun lenen van Land van Cuijk, oorkondt, ten overstaan van leenmannen Peter van Holt, schout in Grave / Willem Robijns / en Jan van Nijdeggen, dat hij met Walraven van Nijdeggen, als gemachtigde klooster van Sint Agatha, Arnt Visser, rentmeester in Haps als voogd, beleend heeft met:
goed Kerkhof onder Oeffelt, na opdracht van Hadewig of Heesken Knapenzn, weduwe in Nijmegen, ten overstaan van Cuijkse leenmannen Willem Robijns en Jan de Haan van Oeffel, met Rombolt Collart als haar voogd, nadat zij op 14 juni hiermee beleend was na overlijden van haar neef Jan van der Molen van Rade, die het leen aan klooster gegund had
Origineel (inventarisnr 925)
Met zegel oorkonder
1491 november 18
Cornelis van Bergen, ridder, heer van Grevenbroeck, en zijn zoon hertog Philips, stadhouder van hun lenen van Land van Cuijk, oorkondt, ten overstaan van leenmannen Peter van Holt, schout in Grave / Willem Robijns / en Jan van Nijdeggen, dat hij met Walraven van Nijdeggen, als gemachtigde klooster van Sint Agatha, Arnt Visser, rentmeester in Haps als voogd, beleend heeft met:
goed Kerkhof onder Oeffelt, na opdracht van Hadewig of Heesken Knapenzn, weduwe in Nijmegen, ten overstaan van Cuijkse leenmannen Willem Robijns en Jan de Haan van Oeffel, met Rombolt Collart als haar voogd, nadat zij op 14 juni hiermee beleend was na overlijden van haar neef Jan van der Molen van Rade, die het leen aan klooster gegund had
Origineel (inventarisnr 925)
Met zegel oorkonder