1501 juni 12
Margaretha, weduwe Willem van Egmond, vrouwe van Boxmeer en Haps, oorkondt dat zij voor rechter en schepenen van Cuijk overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
7 malder en 3 vat rogge per jaar uit haar goederen in Haps, in buurtschap Sint Agatha, en dat zij ter voorkoming van schade nog 92 goudgulden en 7 stuiver schuldig is, te panden uit goederen in heerlijkheid van Meer; dat dit ook geldt voor 2 malder rogge per jaar, die wijlen haar oom Henrik van Meer bij testament aan klooster vermaakt heeft
Origineel (inventarisnr 711)
Kopie cartularium, 389 (inventarisnr 1)
Zie ook: C.R. Hermans, 'Annales Ordinis S. Crucis' ('s-Hertogenbosch 1853) deel III, 5
1501 juni 12
Margaretha, weduwe Willem van Egmond, vrouwe van Boxmeer en Haps, oorkondt dat zij voor rechter en schepenen van Cuijk overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
7 malder en 3 vat rogge per jaar uit haar goederen in Haps, in buurtschap Sint Agatha, en dat zij ter voorkoming van schade nog 92 goudgulden en 7 stuiver schuldig is, te panden uit goederen in heerlijkheid van Meer; dat dit ook geldt voor 2 malder rogge per jaar, die wijlen haar oom Henrik van Meer bij testament aan klooster vermaakt heeft
Origineel (inventarisnr 711)
Kopie cartularium, 389 (inventarisnr 1)
Zie ook: C.R. Hermans, 'Annales Ordinis S. Crucis' ('s-Hertogenbosch 1853) deel III, 5