1503 september 2
Walraven van Nijdeggen en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Arntz Raijmaker en zijn vrouw Henneke overgedragen hebben aan Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
1 malder rogge per jaar en cijns van 2 hoenders uit perceel land in Sint Agatha naast Thijs de Haan, welk perceel land zij van klooster in erfpacht genomen hebben bij schepenakte van 1 september 1503 (zie regestnr 741), en dat aan klooster gekomen is van Met Rut Mouwendr, onder voorwaarde dat Jan voornoemd alleen op de hoek van het land mag bouwen en daar geen herberg houden zal of bier tappen
Origineel (inventarisnr 630)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 409 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'I malder roggen van Gerit Cuper'
1503 september 2
Walraven van Nijdeggen en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Arntz Raijmaker en zijn vrouw Henneke overgedragen hebben aan Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
1 malder rogge per jaar en cijns van 2 hoenders uit perceel land in Sint Agatha naast Thijs de Haan, welk perceel land zij van klooster in erfpacht genomen hebben bij schepenakte van 1 september 1503 (zie regestnr 741), en dat aan klooster gekomen is van Met Rut Mouwendr, onder voorwaarde dat Jan voornoemd alleen op de hoek van het land mag bouwen en daar geen herberg houden zal of bier tappen
Origineel (inventarisnr 630)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 409 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'I malder roggen van Gerit Cuper'