1503 november 15
Jan van Escharen en Jan Monink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Goebbel Arnt Neudenzn en zijn vrouw Kathrijn overgedragen hebben aan Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
4 malder rogge per jaar uit kamp van 5 morgen, gelegen op de Steilen in Klein Linden, naast Herman de Haan, welke kamp Goebbel van klooster in erfpacht genomen heeft volgens schepenakte van 13 november 1503, en die klooster aangekomen is van Arnt Noien, vader van Goebbel, voor broeder Noien (zie regestnr 743)
Origineel (inventarisnr 854)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 461 (inventarisnr 1)
1503 november 15
Jan van Escharen en Jan Monink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Goebbel Arnt Neudenzn en zijn vrouw Kathrijn overgedragen hebben aan Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
4 malder rogge per jaar uit kamp van 5 morgen, gelegen op de Steilen in Klein Linden, naast Herman de Haan, welke kamp Goebbel van klooster in erfpacht genomen heeft volgens schepenakte van 13 november 1503, en die klooster aangekomen is van Arnt Noien, vader van Goebbel, voor broeder Noien (zie regestnr 743)
Origineel (inventarisnr 854)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 461 (inventarisnr 1)