1532 juli 16
Jan van Escharen en Jan Monnink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Derk Lenartsz de pottenbakker en zijn vrouw Hilke, met zijn dochter Stientje, overgedragen hebben aan Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 31 mei 1523, waardoor dit transfix gestoken is, over 10 vat rogge per jaar, waarbij zij beloven dat hun dochter Neske Deriksdr, na mondigheid, eveneens afstand zal doen (zie regestnr 791)
Origineel (inventarisnr 797)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 445 (inventarisnr 1)
1532 juli 16
Jan van Escharen en Jan Monnink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Derk Lenartsz de pottenbakker en zijn vrouw Hilke, met zijn dochter Stientje, overgedragen hebben aan Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 31 mei 1523, waardoor dit transfix gestoken is, over 10 vat rogge per jaar, waarbij zij beloven dat hun dochter Neske Deriksdr, na mondigheid, eveneens afstand zal doen (zie regestnr 791)
Origineel (inventarisnr 797)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 445 (inventarisnr 1)