1555 januari 17 (op Donresdach sent Anthonis dach confessoer)
Herman van Bonenberg van Homstein, en Johan Spruit, schepenen van Nijmegen, oorkonden met Johan van Haard, provisor huis celbroeders, als overcijnsmeester, dat Ot Valkenborg, goudsmid, en zijn vrouw Deli, verkocht hebben aan Derik Pels Deriksz:
3 carolus gulden per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel) in Hezelstraat, naast erven van wijlen Juth Groenen en Elizabeth Hoeft, weduwe, met achter aan de straat, behoudens cijns van 2 gouden schilden per jaar voor de celbroeders, met huis en hofstad als onderpand in de Grotegas, naast erven van Hubert Jansz en wijlen Gerit Willemsz, schoenmaker, behoudens lijftocht van 21/2 Brabantse gulden per jaar voor Alefet ter Kinder, in klooster in Venlo
Origineel (inventarisnr 998)
Met zegels schepenen
In inventaris cartularium: 'Opdracht derselver gulden aen ons convent'
1555 januari 17 (op Donresdach sent Anthonis dach confessoer)
Herman van Bonenberg van Homstein, en Johan Spruit, schepenen van Nijmegen, oorkonden met Johan van Haard, provisor huis celbroeders, als overcijnsmeester, dat Ot Valkenborg, goudsmid, en zijn vrouw Deli, verkocht hebben aan Derik Pels Deriksz:
3 carolus gulden per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel) in Hezelstraat, naast erven van wijlen Juth Groenen en Elizabeth Hoeft, weduwe, met achter aan de straat, behoudens cijns van 2 gouden schilden per jaar voor de celbroeders, met huis en hofstad als onderpand in de Grotegas, naast erven van Hubert Jansz en wijlen Gerit Willemsz, schoenmaker, behoudens lijftocht van 21/2 Brabantse gulden per jaar voor Alefet ter Kinder, in klooster in Venlo
Origineel (inventarisnr 998)
Met zegels schepenen
In inventaris cartularium: 'Opdracht derselver gulden aen ons convent'