1459 april 6
Philips, hertog van Bourgondië, oorkondt dat Leenhof van Brabant in Brussel, op grond van zijn vonnis van 12 maart 1459, waarin het, overwegende dat:
Ambosius van Dinter van de aan hem door Jan van Erp, volgens de akte van 27 september 1457, verschuldigde 300 Rijnse guldens, plus de jaarlijkse erfrente van 50 guldens, slechts 46 guldens, uit handen van Aarnt van den Zande in april 1458 in Lier, heeft ontvangen;
Van Erp ook in gebreke is gebleven inzake de andere bepalingen zoals vastgelegd in de akte van 27 september 1457;
Van Dinter tweemaal, te weten 4 september 1458 en 23 januari 1459, ten huize van Van Erp te Sint-Oedenrode tot betaling heeft aangemaand, de hoeve in handen van Van Dinter had gesteld, met voorbehoud dat indien Van Erp binnen 2 weken kon aantonen wèl betaald te hebben hij de hoeve zou terugontvangen, nu dit laatste niet gebeurd is, "de hoeve ende goede van Stroetbolle" definitief toewijst aan Van Dinter.
Stadhouder lenen en leden Leenhof 12 maart 1459: Henrik Magnus, Goossen van der Rijt, Conraad van der Meren, Simon van Harbays, Librecht - heer van Meldert, Klaas Clopper, Geldoph van der Noot, Wouter Magnus, Ymbrecht van Diewen, Arnd Vembosch
Stadhouder der lenen en leden Leenhof 6 april 1459: Henrik Magnus, Goossen van der Rijt, Jan - graaf te Nassou, Philips - heer van Grimbergen, Conraad van der Meeren, Klaas van den Werne, Simon van Harbais, Librecht - heer van Meldert, Klaas Cloppen, Geldolf van der Noot, Jan van Watermale, Wouter Magnus, Rutger van Erp, Huibrecht van Dielbeke, Willem Schilt
Origineel (inventarisnr 5)
Met zegels
1459 april 6
Philips, hertog van Bourgondië, oorkondt dat Leenhof van Brabant in Brussel, op grond van zijn vonnis van 12 maart 1459, waarin het, overwegende dat:
Ambosius van Dinter van de aan hem door Jan van Erp, volgens de akte van 27 september 1457, verschuldigde 300 Rijnse guldens, plus de jaarlijkse erfrente van 50 guldens, slechts 46 guldens, uit handen van Aarnt van den Zande in april 1458 in Lier, heeft ontvangen;
Van Erp ook in gebreke is gebleven inzake de andere bepalingen zoals vastgelegd in de akte van 27 september 1457;
Van Dinter tweemaal, te weten 4 september 1458 en 23 januari 1459, ten huize van Van Erp te Sint-Oedenrode tot betaling heeft aangemaand, de hoeve in handen van Van Dinter had gesteld, met voorbehoud dat indien Van Erp binnen 2 weken kon aantonen wèl betaald te hebben hij de hoeve zou terugontvangen, nu dit laatste niet gebeurd is, "de hoeve ende goede van Stroetbolle" definitief toewijst aan Van Dinter.
Stadhouder lenen en leden Leenhof 12 maart 1459: Henrik Magnus, Goossen van der Rijt, Conraad van der Meren, Simon van Harbays, Librecht - heer van Meldert, Klaas Clopper, Geldoph van der Noot, Wouter Magnus, Ymbrecht van Diewen, Arnd Vembosch
Stadhouder der lenen en leden Leenhof 6 april 1459: Henrik Magnus, Goossen van der Rijt, Jan - graaf te Nassou, Philips - heer van Grimbergen, Conraad van der Meeren, Klaas van den Werne, Simon van Harbais, Librecht - heer van Meldert, Klaas Cloppen, Geldolf van der Noot, Jan van Watermale, Wouter Magnus, Rutger van Erp, Huibrecht van Dielbeke, Willem Schilt
Origineel (inventarisnr 5)
Met zegels