Jan Baptist van der Schueren, schout-civiel, en Willebrordus van Hautum en Wilhelmus Heessels, schepenen van Esch, verklaren, dat Petrus Veroude, wonende te 's-Bosch, heeft opgedragen aan Jan Francis Veroude, ten behoeve van de H. Geestarmen van Esch, een huis, hof en voorpoting, gelegen te Esch belend ten O. W. en N. Pero Veroude, ten Z. de gemene straat, welk huis c.a. de verkoper op 10 december 1801 gekocht heeft van Leopold, graaf van Limburg Stirum, alsmede een obligatie, groot ? 150,- à 5%, ten laste van Adriaen Evert van Liempt. Onder voorwaarde, dat Gerardus van der Sande en Adriaen Evert van Liempt het huis tot hun dood zullen mogen bewonen en het vruchtgebruik van de obligatie zullen genieten, dat na hun dood het huis gratis bewoond zal worden door arme mensen en dat de H. Geestarmen van stonde af aan het huis zullen onderhouden.
Jan Baptist van der Schueren, schout-civiel, en Willebrordus van Hautum en Wilhelmus Heessels, schepenen van Esch, verklaren, dat Petrus Veroude, wonende te 's-Bosch, heeft opgedragen aan Jan Francis Veroude, ten behoeve van de H. Geestarmen van Esch, een huis, hof en voorpoting, gelegen te Esch belend ten O. W. en N. Pero Veroude, ten Z. de gemene straat, welk huis c.a. de verkoper op 10 december 1801 gekocht heeft van Leopold, graaf van Limburg Stirum, alsmede een obligatie, groot ? 150,- à 5%, ten laste van Adriaen Evert van Liempt. Onder voorwaarde, dat Gerardus van der Sande en Adriaen Evert van Liempt het huis tot hun dood zullen mogen bewonen en het vruchtgebruik van de obligatie zullen genieten, dat na hun dood het huis gratis bewoond zal worden door arme mensen en dat de H. Geestarmen van stonde af aan het huis zullen onderhouden.