Petrus de Erpe en Henricus de Arennest, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Lambertus, zoon van Chrispianus de Doernen, heeft opgedragen aan Ghiselbertus Roesmont ten behoeve van Johannes, zoon van Theodericus Roetart van Vrilichoven, de erfpacht van 1 mud rogge, hem aangekomen van Theodericus Roetart voorn., gaande uit een huis, erve en hof met een weiland, gelegen onder de dingbank van Liemde in Vrillichoven tussen Peter Crabben en Petrus Coppensoen
Petrus de Erpe en Henricus de Arennest, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Lambertus, zoon van Chrispianus de Doernen, heeft opgedragen aan Ghiselbertus Roesmont ten behoeve van Johannes, zoon van Theodericus Roetart van Vrilichoven, de erfpacht van 1 mud rogge, hem aangekomen van Theodericus Roetart voorn., gaande uit een huis, erve en hof met een weiland, gelegen onder de dingbank van Liemde in Vrillichoven tussen Peter Crabben en Petrus Coppensoen