Arnoldus Monix en Hermannus de Daventria, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Cristianus, zoon van wijlen Martinus Corstiaenss verkocht heeft aan Willelmus, zoon van wijlen Andreas Corstkens, een cijns van 4 pond, gaande uit een huis, erve en hof, groot 4 lopense, gelegen in de parochie de Rode sanctte Ode in Haauthem, tussen de kinderen van wijlen Wolter Goyarts en Adam van den Roeyenborch, strekkende van het erve van het convent van Bynderen tot aan de gemene straat
Arnoldus Monix en Hermannus de Daventria, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Cristianus, zoon van wijlen Martinus Corstiaenss verkocht heeft aan Willelmus, zoon van wijlen Andreas Corstkens, een cijns van 4 pond, gaande uit een huis, erve en hof, groot 4 lopense, gelegen in de parochie de Rode sanctte Ode in Haauthem, tussen de kinderen van wijlen Wolter Goyarts en Adam van den Roeyenborch, strekkende van het erve van het convent van Bynderen tot aan de gemene straat