Marten van Campen en Johan van Erpe, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Adriaen, zoon van wijlen Henrick van Boerden, verkocht heeft aan Iken, dochter van wijlen Henrick van den Raeck, een cijns van 4 pond, gaande uit een huis, erve hof en land, groot 15 lopense, gelegen in
de parochie Beke in het Langecruys, tussen Nicolaus en Adryaen, kinderen van wijlen Marten Fyers en meer anderen ter ene zijde en Jan van Dunne en Peetar Moersen ter andere zijde, strekkende van de gemene straat tot aan de gemeint
Marten van Campen en Johan van Erpe, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Adriaen, zoon van wijlen Henrick van Boerden, verkocht heeft aan Iken, dochter van wijlen Henrick van den Raeck, een cijns van 4 pond, gaande uit een huis, erve hof en land, groot 15 lopense, gelegen in
de parochie Beke in het Langecruys, tussen Nicolaus en Adryaen, kinderen van wijlen Marten Fyers en meer anderen ter ene zijde en Jan van Dunne en Peetar Moersen ter andere zijde, strekkende van de gemene straat tot aan de gemeint