Gerardus Berwouts en Henricus Heeren, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Petrus, zoon van wijlen Walterus Erberts Loyen, ten behoeve van heer Johannes Goyaertsz, pastoor van Esch en voorstander van het Mannengasthuis, afstand heeft gedaan van zijn recht tot wederkoop van enige stukken land, welke hij op 26 maart 1561 aan het Mannengasthuis heeft opgedragen
Gerardus Berwouts en Henricus Heeren, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Petrus, zoon van wijlen Walterus Erberts Loyen, ten behoeve van heer Johannes Goyaertsz, pastoor van Esch en voorstander van het Mannengasthuis, afstand heeft gedaan van zijn recht tot wederkoop van enige stukken land, welke hij op 26 maart 1561 aan het Mannengasthuis heeft opgedragen