Embrecht Tsaven (?) en Meus wijlen Henricssoen van den Nuwenhuys, schepenen van Hilvarenbeek, verklaren, dat Ghysbrecht Ghysbrecht Tsaveszoen, executeur testamentair van wijlen Heer Jan zijn broeder, heeft opgedragen aan Jan, zoon van wijlen Arnt van den Bekersdyc en Yde zijn vrouw, de 3 mudden rogge, welke Beatrys (Loefs) ten behoeve van Heer Jan, haar zoon, heeft gekocht, waarvan de volgende schepenbrieven zijn:
1. een opdracht van een half mud rogge uit een erve, gelegen in een voocht (te Diessen), aangekocht van Jan Claus Sceyvenssoen;
2. een opdracht van 1 1/2 mud rogge, door Jan Sceyven voornoemd verkocht aan Pauwel Tsaerden (10 lopen), Jan van der Brugghen (10 lopen) en Laureys Ghysbrechts Sprenkels (4 lopen);
3. een opdracht van 1 mud rogge, gevestigd door Jan Daneelszoen, verkocht door Lauwreys Ghysbrechtszoen aan Beatrys.
Embrecht Tsaven (?) en Meus wijlen Henricssoen van den Nuwenhuys, schepenen van Hilvarenbeek, verklaren, dat Ghysbrecht Ghysbrecht Tsaveszoen, executeur testamentair van wijlen Heer Jan zijn broeder, heeft opgedragen aan Jan, zoon van wijlen Arnt van den Bekersdyc en Yde zijn vrouw, de 3 mudden rogge, welke Beatrys (Loefs) ten behoeve van Heer Jan, haar zoon, heeft gekocht, waarvan de volgende schepenbrieven zijn:
1. een opdracht van een half mud rogge uit een erve, gelegen in een voocht (te Diessen), aangekocht van Jan Claus Sceyvenssoen;
2. een opdracht van 1 1/2 mud rogge, door Jan Sceyven voornoemd verkocht aan Pauwel Tsaerden (10 lopen), Jan van der Brugghen (10 lopen) en Laureys Ghysbrechts Sprenkels (4 lopen);
3. een opdracht van 1 mud rogge, gevestigd door Jan Daneelszoen, verkocht door Lauwreys Ghysbrechtszoen aan Beatrys.