Johannes de Erpe en Gerardus Balyart, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes die Wuest van Knechtsel, gehuwd met Mechteld de oudere, en Waltherus Spierinc, gehuwd met Mechteld de jongere, natuurlijke dochters van wijlen Willelmus Voet, priester, hebben opgedragen aan Theodericus, zoon van wijlen Johannes Roetart:
a. 3 lopense land in de parochie Boxtel onder de dingbank van Liempde in de Bredenacker, tussen Johannes Troestkens ter ene zijde en Godefridus Dunrox en Petrus Goutsmyt ter andere zijde, strekkende van de gemene straat tot aan Johannes de Laerscot;
b. 1 lopense land aldaar tussen Ludovicus Luttensoen ter ene zijde en Godefridus en Petrus voornoemd ter andere zijde;
c. 1 lopense land aldaar, met Ludovicus voornoemd en de kinderen Van der Laerscot aan beide zijden, strekkende van de Hoelstraat tot aan de kinderen van wijlen Ludovicus van Essche;
d. 1 lopense land aldaar, tussen wijlen Marcelis van Collenberch en wijlen Johannes van Homberch;
e. een aandeel in twee weiden op die Tangel bij der Runnemoelen;
f. enige tienden uit de Bredenbeempt, uit het huis Hezelaer, uit het Coppelke en het huis ten Kerckhove.
Johannes de Erpe en Gerardus Balyart, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes die Wuest van Knechtsel, gehuwd met Mechteld de oudere, en Waltherus Spierinc, gehuwd met Mechteld de jongere, natuurlijke dochters van wijlen Willelmus Voet, priester, hebben opgedragen aan Theodericus, zoon van wijlen Johannes Roetart:
a. 3 lopense land in de parochie Boxtel onder de dingbank van Liempde in de Bredenacker, tussen Johannes Troestkens ter ene zijde en Godefridus Dunrox en Petrus Goutsmyt ter andere zijde, strekkende van de gemene straat tot aan Johannes de Laerscot;
b. 1 lopense land aldaar tussen Ludovicus Luttensoen ter ene zijde en Godefridus en Petrus voornoemd ter andere zijde;
c. 1 lopense land aldaar, met Ludovicus voornoemd en de kinderen Van der Laerscot aan beide zijden, strekkende van de Hoelstraat tot aan de kinderen van wijlen Ludovicus van Essche;
d. 1 lopense land aldaar, tussen wijlen Marcelis van Collenberch en wijlen Johannes van Homberch;
e. een aandeel in twee weiden op die Tangel bij der Runnemoelen;
f. enige tienden uit de Bredenbeempt, uit het huis Hezelaer, uit het Coppelke en het huis ten Kerckhove.