1414 mei 13.
Ebbe vander Haghe en Jan Butenborch getuigen onder eede gezien te hebben, dat Jan, heer van Kuyc, die te Cleve werd gedood, en Jan, heer van Meer, in vroegere tijden persoonlijk de grenzen tussen Beeck en Sanbeeck hebben bepaald en dat de jonker van Kuyc dit werk onderbroken heeft toen zijn knecht hem verwittigde, dat de stad vanden Grave was afgebrand;
Jan Butenborch getuigt vervolgens onder eede, dat hij de gezworenen omtrent diezelfde tijd heeft horen zeggen, dat de grens verder door zou lopen tot aan de palen van Brabant;
Heyn Mont, Jan vander Haghen, Peter Lijskens en Heyn Gortmaker getuigen onder eede, dat hun ouders eveneens dergelijke feiten verhaald hebben;
Zij verzoeken vervolgens Dirc van Hout en Sibert van Plees deze brief te bezegelen.
Ghegeven jnt jaer ons Heren dusent vierhondert ende viertien op sente Servaes dach des heiligen bisscops.
Het zegel van Dirc van hout verloren;
dat van Sibert van Plees zwaar beschadigd.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 25) op perkament
1414 mei 13.
Ebbe vander Haghe en Jan Butenborch getuigen onder eede gezien te hebben, dat Jan, heer van Kuyc, die te Cleve werd gedood, en Jan, heer van Meer, in vroegere tijden persoonlijk de grenzen tussen Beeck en Sanbeeck hebben bepaald en dat de jonker van Kuyc dit werk onderbroken heeft toen zijn knecht hem verwittigde, dat de stad vanden Grave was afgebrand;
Jan Butenborch getuigt vervolgens onder eede, dat hij de gezworenen omtrent diezelfde tijd heeft horen zeggen, dat de grens verder door zou lopen tot aan de palen van Brabant;
Heyn Mont, Jan vander Haghen, Peter Lijskens en Heyn Gortmaker getuigen onder eede, dat hun ouders eveneens dergelijke feiten verhaald hebben;
Zij verzoeken vervolgens Dirc van Hout en Sibert van Plees deze brief te bezegelen.
Ghegeven jnt jaer ons Heren dusent vierhondert ende viertien op sente Servaes dach des heiligen bisscops.
Het zegel van Dirc van hout verloren;
dat van Sibert van Plees zwaar beschadigd.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 25) op perkament