1598 juli 4.
Jan Nijelen en Jan Moer, schepenen, en andere schepenen te Sambeeck oorkonden, dat, ten overstaan van hen, Deryck van Steenhuijs, burger der stad Graeff, als man en momber van Lysbeth Verhoerst, aan Christiaen Crouwer, genaamd vanden Haech, koster te Sambeeck, enige vragen gesteld heeft over de werkzaamheden van laatstgenoemde als substituut van de landschrijver Jan van Huesden in het jaar 1577 en daar omtrent.
Desen 4 July anno 1598.
Afschrift (inventarisnummer 231) van pastoor Mattias Riebroick op papier
1598 juli 4.
Jan Nijelen en Jan Moer, schepenen, en andere schepenen te Sambeeck oorkonden, dat, ten overstaan van hen, Deryck van Steenhuijs, burger der stad Graeff, als man en momber van Lysbeth Verhoerst, aan Christiaen Crouwer, genaamd vanden Haech, koster te Sambeeck, enige vragen gesteld heeft over de werkzaamheden van laatstgenoemde als substituut van de landschrijver Jan van Huesden in het jaar 1577 en daar omtrent.
Desen 4 July anno 1598.
Afschrift (inventarisnummer 231) van pastoor Mattias Riebroick op papier