In 1854, één jaar na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland (waarbij ondermeer 's-Hertogenbosch weer een bisschop krijgt), wordt het komen en gaan van de kerkmeesters duidelijk aan regels gebonden: om de vier jaar treden zij af, en moeten nieuwe kandidaten worden gekozen. Vaak stellen aftredende bestuursleden zich herkiesbaar. Vervolgens worden de namen van de kandidaten aan de bisschop voorgelegd, die daaruit de nieuwe kerkmeesters benoemt. Tot op heden is er in de geschetste procedure geen wijziging gekomen.
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.