Jan van den Audenhuijs en Everart van Acht, schepenen van Sint-Oedenrode, oorkonden dat Henric zoon van Dyrc van der Heijden en Bate zijn zuster erfelijk verpacht hebben aan Hebrechte, die men noemt Habbe, zoon van Arnts Herberthssoen: een kamp erf gelegen te Evershude (Everse) met rondom de gemeinte in de parochie van Rode.
Jan van den Audenhuijs en Everart van Acht, schepenen van Sint-Oedenrode, oorkonden dat Henric zoon van Dyrc van der Heijden en Bate zijn zuster erfelijk verpacht hebben aan Hebrechte, die men noemt Habbe, zoon van Arnts Herberthssoen: een kamp erf gelegen te Evershude (Everse) met rondom de gemeinte in de parochie van Rode.
De zegels zijn beschadigd