De Raad van State der Verenigde Nederlanden heeft bij rekest van de regeerders van Erp vernomen, dat hertog Jan bij akte van 1300 de gemeente in gebruik heeft gegeven voor een erf-cijns van 6 Leuvense ponden en 100 mercken; alsmede het octrooi van hertogin Johanna van Brabant van 1379 om gezworenen te kiezen, keuren en breuken vast te stellen, gedeelten van de gemeente te mogen verkopen voor een grote cijns per bunder groter dan 1/8 bunder; eveneens het plant- en pootrecht van 16 voeten buiten ieders erf, waarvan de opbrengst voor de helft dient tot onderhoud van de brug over de A en andere openbare werken; dat zij onder toezicht en registratie van jonkheer Ghijsbert van Thienhoven, Raedt en Rentmeester Generael der Domeinen, onder voormelde voorwaarden uit de gemeente mogen verkopen na 3 zondagse veilingen ten hoogste voor alle man, reserverende de houtschatten, novaliatienden en regalia ten behoeve van de domeinen; dat de ingezetenen buiten hun huizen en erven 20 voeten mogen poten tegen betaling van een houtschat van 200 car. gulden eens; de eikels zullen door iedereen mogen worden geraapt, maar mogen niet worden afgeschud of geslagen op boete van een gouden Reaal; de straten moeten een behoorlijke breedte houden; krachtens voormelde pootkaart moet ieder jaar op cijnsdag een gewincijns van 7 car. gulden en 10 stuivers worden betaald voor het eerst in 1649. Gegeven in 's-Gravenhage den vierthiensten juny 1649. In dorso: No. 12 Octroy en previlegie voor de gemeentenaers in Erp om te mogen vercopen de vroente en keuren en breuken te ... verleent ende geratificeert bij EM den 14 jun 1648; gesien ende gecollationeert 13 juny 1662. 14 juny 1649. Inv.nr. 25.
De Raad van State der Verenigde Nederlanden heeft bij rekest van de regeerders van Erp vernomen, dat hertog Jan bij akte van 1300 de gemeente in gebruik heeft gegeven voor een erf-cijns van 6 Leuvense ponden en 100 mercken; alsmede het octrooi van hertogin Johanna van Brabant van 1379 om gezworenen te kiezen, keuren en breuken vast te stellen, gedeelten van de gemeente te mogen verkopen voor een grote cijns per bunder groter dan 1/8 bunder; eveneens het plant- en pootrecht van 16 voeten buiten ieders erf, waarvan de opbrengst voor de helft dient tot onderhoud van de brug over de A en andere openbare werken; dat zij onder toezicht en registratie van jonkheer Ghijsbert van Thienhoven, Raedt en Rentmeester Generael der Domeinen, onder voormelde voorwaarden uit de gemeente mogen verkopen na 3 zondagse veilingen ten hoogste voor alle man, reserverende de houtschatten, novaliatienden en regalia ten behoeve van de domeinen; dat de ingezetenen buiten hun huizen en erven 20 voeten mogen poten tegen betaling van een houtschat van 200 car. gulden eens; de eikels zullen door iedereen mogen worden geraapt, maar mogen niet worden afgeschud of geslagen op boete van een gouden Reaal; de straten moeten een behoorlijke breedte houden; krachtens voormelde pootkaart moet ieder jaar op cijnsdag een gewincijns van 7 car. gulden en 10 stuivers worden betaald voor het eerst in 1649. Gegeven in 's-Gravenhage den vierthiensten juny 1649. In dorso: No. 12 Octroy en previlegie voor de gemeentenaers in Erp om te mogen vercopen de vroente en keuren en breuken te ... verleent ende geratificeert bij EM den 14 jun 1648; gesien ende gecollationeert 13 juny 1662. 14 juny 1649. Inv.nr. 25.