Akte gepasseert binnen Erp ten overstaan van Hendrik van Dommelen, president; Adriaen van Roosmalen, Adriaen Driessen van Keldonck, Marten Geerit Tielemans, Geerit Anseas van Dijck, Hendrick van de Meer en Jan van der Assdonck, schepenen van Erp, Corstiaen van de Ven, president, Hendrick van Kilsdonck, Dirck van den Tillaar, Theodorus van der Straaten, M. Kilsdonck, Adriaen Aert Goorts en Jan Adriaens Verhoeven, schepenen van Veghel, alsmede ondertekend door G. de Jongh, secretaris van Erp, betreffende de grensscheiding tussen Erp en Veghel en speciaal over het steken van turf, waar over vele questie quamen selfs tot hantgemeen, dienvolgende de oude scheijdinge opgesoght en vernieuwt welke nu en altijd zal zijn als volgt: "Dat het selve sal beginnen vant midde van de steegt liggende op de Craenmeer, zijnde den wegh die loopt naar Uden, van outs genaemt het craenmeers gat, vandaar op seekeren paal gestelt int groesvelt genaemt hoordonck, soo voorts op den bergh liggende in de heijde, welcken bergh van outs wort genaemt den sloppert, mede aldaar een paal gestooken. Dan der heijde door op het padt in den bergh naast Veghel genaemt het mervel, oock een paal geplant, vandaar op seekeren paal tusschen haar te samen in der heijde gestelt, bij den ouden gevonden paal, en soo voorts doorschietende langs nog drye paalen in de heijde en groes gestelt tot op den hoeck van het groot eeussel gehoorende aen de hoeve van Lanckvelt, te weten op den hoeck naast Erp. Men mag niet op de grond van de ander torven, heijvlaggen of maijen op peene van 45 gulden. Akte op perkament. Inv.nr. 32.
Akte gepasseert binnen Erp ten overstaan van Hendrik van Dommelen, president; Adriaen van Roosmalen, Adriaen Driessen van Keldonck, Marten Geerit Tielemans, Geerit Anseas van Dijck, Hendrick van de Meer en Jan van der Assdonck, schepenen van Erp, Corstiaen van de Ven, president, Hendrick van Kilsdonck, Dirck van den Tillaar, Theodorus van der Straaten, M. Kilsdonck, Adriaen Aert Goorts en Jan Adriaens Verhoeven, schepenen van Veghel, alsmede ondertekend door G. de Jongh, secretaris van Erp, betreffende de grensscheiding tussen Erp en Veghel en speciaal over het steken van turf, waar over vele questie quamen selfs tot hantgemeen, dienvolgende de oude scheijdinge opgesoght en vernieuwt welke nu en altijd zal zijn als volgt: "Dat het selve sal beginnen vant midde van de steegt liggende op de Craenmeer, zijnde den wegh die loopt naar Uden, van outs genaemt het craenmeers gat, vandaar op seekeren paal gestelt int groesvelt genaemt hoordonck, soo voorts op den bergh liggende in de heijde, welcken bergh van outs wort genaemt den sloppert, mede aldaar een paal gestooken. Dan der heijde door op het padt in den bergh naast Veghel genaemt het mervel, oock een paal geplant, vandaar op seekeren paal tusschen haar te samen in der heijde gestelt, bij den ouden gevonden paal, en soo voorts doorschietende langs nog drye paalen in de heijde en groes gestelt tot op den hoeck van het groot eeussel gehoorende aen de hoeve van Lanckvelt, te weten op den hoeck naast Erp. Men mag niet op de grond van de ander torven, heijvlaggen of maijen op peene van 45 gulden. Akte op perkament. Inv.nr. 32.