Notaris Rutgherus Voss de Oerschot oorkondt dat jonkvrouwe Arnolda Boertmans haar testament maakt waarbij ze geld legateert aan de kerkfabriek van Sint-Lambertus in Luik, aan de kerkfabriek van Veghel ten behoeve van de bouw twee jaar na haar dood, aan O.L. Vrouw in Veghel, aan de priester in Veghel. Aan laatstgenoemde legateert ze een tinnen beker van een kwart inhoud, 8 el linnen, een handdoek(?) en een kruis. Bovendien heeft ze gevraagd drie dertigsten te laten doen, het ene door Goeswinus Steenwech, het andere door Johannes de Lierop en het derde door Rutgherus Voss, priesters, waarvoor ze aan ieder van hen geld nalaat, met telkens grafbezoek en aflezen van haar naam. Ze legateert aan diverse particuliere personen met lasten ten behoeve van de Lieve Vrouwe Broederschap in ’s-Hertogenbosch; aan de Tafel van de Heilige Geest in Veghel een erfpacht uit een stukje land geheten Diepenbroeck in Veghel met een last ten behoeve van haar jaargetijde voor de kerkfabriek; aan de kerkfabriek een erfcijns uit Wyerstuxken; aan de vicaris van Veghel voor een jaargetijde een erfrente uit Heesstucxken. Als uitvoerders van haar testament kiest ze de vicaris van Veghel, de bestuurders van de kerkfabriek en die van de Tafel van de Heilige Geest (latijn) , 26 oktober 1440