Archieven

66 In de naam des heren Amen. Vandaag 18 Januari 1692 verscheen nvoor mij notaris en getuigen Jan Ariens van de Oetelaer en zijn vrouw Mechteld Jan Rutten van de Bersselaer wonend te Gemonde in de dingbank van St. Oedenrode, welke Jan ziek in bed ligt en Mechteld gezond van lijf en leden is, beiden in het bezit van hun verstand en geheugen. Ze overdenken de broosheid van het menselijk bestaan, dat er niets zekerder is dan de dood en niets onzekerder dan de tijd waarop en willen daarom eerst over hun aardse bezit hebben beschikt. Ze bevelen hun ziel zodra ze zijn komen te overlijden aan bij de almachtige God en willen een christelijke begrafenis. Ze benoemen over en weer de langstlevende van hen beiden als hun universele erfgenaam inzake alle roerend en onroerend bezit, waarmee de langstlevende naar keuze kan handelen, het verkopen of belasten etc., maar die moet daarmee wel hun beider kinderen opvoeden en grootbrengen zoals een goede vader of moeder betaamt tot het kind meerderjarig is geworden of is komen te huwen en dan moet het een uitzet krijgen al naar de mogelijkheden, alles in plaats van de legitieme portie. Als de langstlevende opnieuw komt te huwen willen de testateurs dat de bevoegdheid inzake de vervanging als erfgenaam komt te vervallen en die mag dan alleen een bedrag van 100 gulden opnemen om daarmee hun gezamenlijke schulden te betalen en krijgt dan alleen verder het vruchtgebruik en het erfrecht van het bezit gaat over naar de kinderen. Nadat alles is voorgelezen verklaren de testateurs dat dit hun testament is en willen het als zodanig hebben uitgevoerd ook al zou er daarbij niet aan alle vooschriften zijn voldaan. Aldus gepasseerd ten huize van de testateurs in aanwezigheid van Jan Pauwels Ariens en Peter Peters van Alebeeck als getuigen. Ondertekend: dit merk is van Jan Ariens van de Oetelaer, Mechtel Jan Rutten, dit merk is van Jan Pauwels Ariens, dit merk is van Peter Peters van Alebeeck, quod attestor Henrick van Hoeij, notarius publicus.