Archieven

1 In de naam vande Heer amen. Vandaag 18 Janauri 1647 verscheen voor mij notaris en getuigen Jan Lenaert Gijsberts en diens vrouw Willemke dochter van Geert Jan Thonis van de Mugheuvel, welke Jan gezond van lijf en leden is en Willemke ziek in bed ligt, maar beiden in het bezit van hun verstand en geheugen. Ze beseffen de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en willen daarom eerst hun testament opmaken. ..... (Deze akte wordt niet verder vervolgd, zie echter de volledige minuutakte in protocol nr. 2 van deze notaris Grahame).

2 (Attestatie ten behoeve van Jan Jan Spierincks, het voorstuk van de akte is verdwenen, maar het handelt over een chirurg die men aansprakelijk wil stellen vanwege een niet goed uitgevoerde doktersbehandeling, zie ook de volgende akte) ..... En ze hebben aan genoemde Marten en aan diens vader gevraagd wat ze inzake dit ongemak zouden eisen, waarop Marten en zijn vader niet hebben geantwoord en daarop had Ruth Willems toen gezegd ¨als het mijn zaak zou zijn, zou ik hem zelfs voor 100 rijksdaalders niet kwijten¨ en zei ook nog ¨ik heb hen daarover niet gesproken en vraag maar aan Marten en diens vader of ze mij 100 rijksdaalders willen geven dan zal ik mij daarvoor sterk maken¨. Daarop hadden de attestanten gezegd ¨in dat greel zullen wij u niet trekken, maar laat 4 onpartijdige mannen daarover uitspraak doen en daaraan zullen we ons dan houden¨ en genoemde Jacob Thijssen pro..., of neem 2 advokaten en als dat niet genoeg is neemt er vier en de attestanten zeiden nog dat de patient zelf heeft verzuimd om iets te willen eisen. Daarop had meester Jan gezegd ¨gij mannen ik moet in het gelijk spreken, ik had Marten verboden om het huis uit te gaan en hem gezegd dat hij zich rustig moest houden want dan zou hij spoedig genezen zijn, maar de patient heeft het tegendeel gedaan¨. Daarop had Rut Willems gezegd ¨wat wil de meester zeggen?, hij heeft Marten in geen zes dagen gezien en heeft hem door een jongen laten verbinden¨. Daarop had de meester (de chirurg) gezegd ¨ik heb mijn broer gestuurd maar Marten was niet was komen opdagen¨. De attestanten zijn bereid hun verklaringen onder ede te bevestigen. Aldus geschied in Den Dungen op 4 januari 1645 in aanwezigheid van Jan Dielis Geerts en Gijsbert Willems als getuigen. Ondertekend : Henrick Laurens, dit merk is van Jacob Thijs Handricks, dit merk is van Jan Dielis Geerts, Gijsbert Willems van Schijndel, quod attestor A. Grahame notaris.

3 Voor mij notaris en getuigen verscheen Thonis Huijberts van der Merendonck oud 42 jaar, te goeder naam bekend staande en heeft op verzoek van Jan zoon van Jan Janssen Spierincks het volgende verklaard. Het is hem bekend dat op ... (niet ingevulde datum) ten zijnen huize meester Hendrick chirurg, wonend te Uden, is gekomen en die is de verwondingen komen bekijken van de hand van Marten Tijssen die werd verzorgd door diens zoon meester Jan en dat toen deze meester Hendrick zei ¨ik wou dat de patient dood was want waarom is hij niet gehoorzaam geweest¨ en zei tegen zijn zoon ¨als gij een patient ziet met een dergelijke dodelijke wond, dan moet gij hem verbieden dat hij zulke spijzen eet en ge moet hem laten rusten en als hij dat niet doet verbindt hem dan en trekt uw handen van hem af¨. Verder verklaart de attestant dat deze Marten met zijn verwonding samen met andere vrienden aan zijn deur is gekomen op Catharinadag en zodra hij aan de deur stond heeft die ¨strak¨bier geeist, naast ook andere mensen. De attestant is bereid om zijn verklaring later onder ede te bevestigen. Actum in Den Bosch 5 Januari 1645 in aanwezigheid van Jan Delis Weijgergancks en Hendrick Huijberts van der Merendonck. Ondertekend : Antonis Huijberts van der Merendonck, J.D. Weijgergancks, Hendrik Huijberts van der Merendonck, quod attestor A. Grahame notaris.

4 Voor mij notaris en getuigen verscheen Antonis Janssen Trompeners die hierbij machtiging geeft aan Cornelis Peter Hermens wonend te Minderhout om daar te verschijnen voor de rechter in de dingbank van Hoogstraten waar een zekere Marinus Jan Pauwels woont die aan de constituant een bedrag van 25 gulden schuldig is vanwege door hem verdiend arbeidsloon in het jaar 1637 of daaromtrent. Dat geld is tot op heden niet betaald en de opdrachtgever wil dat geld in der minne of met rechtsmiddelen laten invorderen. De gemachtigde dient daarin alles te doen wat nodig is en hij zelf voor ogen gehad zou hebben. Actum 20 Januari 1645 in aanwezigheid van Jan Dielis Geerts en Gijsbert Goossens van Thuijl als getuigen. Ondertekend : dit merk is van Antonis Janssen Trompeners, dit merk is van Jan Dielis Geerts, G. Goossens van Thuijl, quod attestor A. Grahame notaris.