skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Marte Stoffers
Marte Stoffers Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Marte Stoffers
Marte Stoffers Bhic

Archieven

Index notarieel protocol Sint-Michielsgestel (5116.13)

beacon
480  records
 
 
Schepenakte
1 Jan, zoon van Goyaert Corstiaens (24) en zijn broer Jan te Gemonde verklaren ten behoeve van de heren Cruijsbroeders te Uden door de vorster gedaagd, dat zij op 31-12-1649 zijnde nieuwjaarsavond hebben staan werken op een hooiveld te Schijndel en aldaar rond 2 uur in de namiddag van Schijndel aankomend, gehoord te hebben “een groot rumoer, gruwelijck gevloeck en dreigementen”, dreigende iemand dood te schieten, zonder te weten wat er allemaal gaande was, maar ziende enige personen te paard, die zeiden tegen elkaar: “daer sijn ruijters die willen malcanderen doodschieten”. De attestanten zijn stil blijven staan om te zien hoe dat zou eindigen. Goed kijkend en luisterend hebben ze de kwartierschout van Peelland gezien Jonker Proening van Deventher die met nog twee anderen te paard was en een zekere oude man bij zich hadden, die te voet was en in zijn hand een stokske hebbend; de attestanten zagen, dat kwartierschout en de zijnen voor de oude man stonden, gruwelijk tegen hem vloekten en hem dreigden dood te schieten, terwijl kwartietschout al een pistool in de hand had. De attestanten dachten, dat hij de man al dood geschoten zou hebben, zonder te weten of ze de man alleen maar staand hielden of wilden doodschieten. De oude man had zijn stok in beide handen en steunde daarop, met vele woorden klagend en verklarend, dat hij niet kon lopen. De kwartierschout zei tegen hem: “Ha dou schelm, gij conde eergisteren wel gaen, waerom soude ghij nu niet gaen, ick sal U wel doen gaen; gaet voort of ick sal U wel voorthelpen”. Ze hebben de oude man die te voet was “gedwongen al voort te gaen ende met de peirden over te gaen”. Getuigen: Jan Handrick Voets en Handrick Handrick Spierincx.
Persoon in schepenakte:
Jonker van Deventher  
Jan Handrick Voets  
Handrick Handrick Spierincx  
Goyaert Corstiaens  
Datering:
14-1-1650
Pagina:
1
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Sint-Michielsgestel
Akte aanwezig:
Ja
Toegangsnummer:
5116
Inventarisnummer:
13
Bron:
Notarissen
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
2 Maijken dochter van Adriaen Geritssen van de Loo (49) en Willem Everts (30), beiden wonend bij Willem Adams, stadhouder binnen de heerlijkheid Sint Michielsgestel; de 1e als dienstmaagd en de 2e als boerenknecht, die op verzoek van Jan Dielis van der Liesdonck een verklaring afleggen. Maijken verklaart, dat temidden van andere jongelui (jongghesellen) Gijsbert de zoon van Jan Dielis van der Liesdonck op Sint Michielsdag jl. ten huize van Willem Damen (vgl. Adams) haar meester heeft gedronken en niet gezien of gehoord heeft, dat er twist of gekrakeel was ontstaan tegen iemand, maar zo verklaart zij dat omtrent de avond of het begin van de nacht genoemde Gijsbert bij haar en bij Pierijn de dochter van Willem Damen heeft zitten praten in het kamerke, waar Willem Damen placht te slapen en waarvan deur gesloten was; hij zou gesproken hebben over ongeluk en enige moedwilligheid aan het adres van de secretaris; en daar hebben Maijken en Pierijn het geld dat ze van het drinkgelag hadden ontvangen, zitten tellen en daarna hebben ze met z’n drieën nog lang zitten praten en opeens hoorden ze een gerucht of geroep binnen in het huis van Willem Damen en ze hoorden het volgende roepen: “Daer isser eenen doodt”, waarop Gijsbert antwoordde: “Daer mocht mijn vader bij sijn” en de woorden uitsprekende is hij opgestaan met een geweer in de hand en is daarmee uit het kamertje gelopen, maar is kort daarop weer terug gekomen en heeft het geweer weer in de kamer gezet en is met hen blijven praten om de tafel zittende. Willem Everts verklaart nagenoeg hetzelfde als Maijken, maar roep wel: “Daer leedt Gijsbert den mulder nu doodt”, wat hij had geroepen naar het gezelschap in het huis van Willem Damen. Gijsbert Janssen had terug geroepen: “Dat en ben ick niet, ick sidt hier”. Getuigen: Willem Janssen Spierincx en Gerit Janssen van Hees.
Persoon in schepenakte:
Maijken van de Loo  
Gijsbert van der Liesdonck  
Jan Dielis van der Liesdonck  
Gerit Janssen van Hees  
Willem Janssen Spierincx  
Willem Everts  
Willem Adams  
Willem Damen  
Gijsbert Janssen  
Adriaen van de Loo  
Jan Dielis van der Liesdonck  
Willem Damen  
Datering:
31-1-1650
Pagina:
1v
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Sint-Michielsgestel
Akte aanwezig:
Ja
Toegangsnummer:
5116
Inventarisnummer:
13
Bron:
Notarissen
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
3 Herman Peter Schuermans (18) uit Sint Michielsgestel met een verklaring op verzoek van Henrick Cornelis Laurenssen, dat hij op Sint Michielsdag ten huize van Willem Damen heeft gedronken met Handrick en Cornelis, broers en kinderen van Laurens Handrickx Francken, maar niets hebben gemerkt van gekrakeel of meningsverschillen, maar ’s avonds “goedtwillich ende vrijmoedigh” het huis van Willem Damen zijn uitgegaan om samen naar huis te gaan. Toen heeft Jan Dielis van Liesdonck hen heeft gebeden, dat ze hem en Gijsbert zijn zoon, die bij de secretaris drinkende was zouden laten meegaan en terwijl ze Gijsbert riepen, hebben ze gehoord dat Middegaels knecht tegen kinderen van Aerdt Michiels krakeel hadden in de plaats, waar Henrick Laurenssen naar toe is gegaan en de kinderen van Aerst hadden een geweer (een roer), dat ze klaar maakten om te schieten. Henrick Laurenssen heeft Herman en zijn broer Cornelis opzij geduwd, zeggende: “Siet toe sij sullen schieten” en de broers zijn afgeweken. Er volgen dreigementen aan het adres van de kinderen van Henrick Laurenssen (met nadere details). Getuigen: Jan Lodewijcx en Jan Ariens van den Biechelaer.
Persoon in schepenakte:
Jan Dielis van Liesdonck  
Jan Ariens van den Biechelaer  
Herman Peter Schuermans  
Henrick Cornelis Laurenssen  
Laurens Francken  
Willem Damen  
Aerdt Michiels  
Henrick Laurenssen  
Jan Lodewijcx  
Datering:
1-2-1650
Pagina:
2
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Sint-Michielsgestel
Akte aanwezig:
Ja
Toegangsnummer:
5116
Inventarisnummer:
13
Bron:
Notarissen
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
4 Eijmbert Goijaerts (73) en Marten Adriaen Martens (77) uit Schijndel met een verklaring ten behoeve van Willem Paulssen van den Heuvel (50) uit Sint Michielsgestel door de vorster gearresteerd. Beide attestanten hebben verklaard “dat sij als vrijschutten (overmits de quade oorloghstijt) de heren commissarissen van Brussel, dat de heide tussen Rode en Schijndel quamen besichtigen, hebben gecomioyeert (?) int besichtigen van de heide en affsien van de paelen bij aen ende tegenwoordigh sijn geweest ende goede kennisse te hebben, dat de commissarissen met de waeghen comende gevaren langs de Ollantsche Steeghde hebben stil gehouden in de heide omtrent de hoeffven toebehorend den Convent van Bijnderen ende gehoordt hebben, dat de regeerders van Schijndel seijden: “Hier sijn de Heesacker den pael tussen Schijndel en Rode streckende van daer tot op de Standaert van de Coeverinckse moolen; oock gesien te hebben dat ter selver tijdt aldaer quam gevaren een oudt bedaecht man, die de commissarissen hebben geroepen ende vraeghden of hij de Heesacker niet en kende ende soo den voorschreven oude man de waerheijt ende sijne kennisse daer van soude hebben geseght, heeft Grit Claes doentertijdt president van Sint Oedenrode op sijnen mondt geclopt (als daer door den ouden man wenckende, dat hij soude swijgen), dwelck den drossaert van Heeswijck als schouteth van Schijndel siende, is daerom grotelijckx gealtereert geweest ende gestoordt seggende tot Gerit Claes “dat gij mijnen president waert ick soude U met mijnen degen doorstooten, dat ghij de luijden beledt de waerheijt te segghen” met meer andere dergelijcke woorden die de attestanten niet hebben onthouden, in der vuegen dat daeromme eene groote commotie ende oproer gerees onder de regeerders ten wedersijde”.
Vervolg:
Voorts verklaren attestanten er goede kennis van te hebben, dat de naburen van Schijndel sinds de uitspraak van het vonnis te Brussel over dezelfde heide tussen die van Rode en Schijndel uitgesproken op 10-5-1601 tot aan het jaar altijd in alle rust en vrede de genoemde heide hebben gebruikt, er hun beesten hebben geweid en er hebben geturfd zonder tegenspreken van de kant van Sint Oedenrode; dit verklaart ook Willem Paulssen. Geruigen: Claes Jan Aertss en Jan Hendrick Voets.
Persoon in schepenakte:
Willem van den Heuvel  
Marten Adriaen Martens  
Jan Hendrick Voets  
Eijmbert Goijaerts  
Gerit Claes  
Willem Paulssen  
Datering:
9-12-1649
Pagina:
4
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Sint-Michielsgestel
Akte aanwezig:
Ja
Toegangsnummer:
5116
Inventarisnummer:
13
Bron:
Notarissen
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga