Archieven

1 Wilhelmus van Laarhoven, wonend te Boxtel, Willemijna Brocke weduwe van Adriaan de Vos, bijgestaan door haar voogd en Aart Schonis, wonend te Helvoirt verklaren 200 gulden schuldig te zijn aan Johanna van der Pennen weduwe van Hendrik Verhoeven, mede wonend te Helvoirt. In de marge staat: Pieter Mastenbroek, wonende te Oisterwijk als procureur en gelaste van Johanna van der Pennen bekent 18-2-1806 dat schuld is voldaan.

2 W Seegers, 48 jaar geboren te Erkelenz en wonend te Eindhoven verklaart dat hij in mei is aangesteld tot werver in ’s lands Zeedienst door luitenant Heuts te Amsterdan en in Eindhoven zijn werkzaamheden uitvoert. Hij verklaart verder dat hij met Joannes Sivers, wonend te Maastricht een contract is aangegaan om mensen bij hem aan te brengen. Deze brengt drie personen aan: Johannes Cosijns, geboren te Wesel, Hubertus van Torigh uit Kleef en Peter Lint uit Wals Bern in Zwitserland. De drie mannen worden ondergebracht bij weduwe Schellekens, wonend in de Rijsende Man te Helvoirt. Daags daarna hebben ze zich op weg begeven naar Elshout en is er een fikse ruzie ontstaan tussen de heren.

3 David Chabot, vorster der dingbank van Helvoirt, door raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant benoemd tot doen van alle parate executiën binnen voornoemde dingbank bij akte 10-9-1789, verklaart uit kracht van autorisatie door Pieter Mastenbroek in kwaliteit als collecteur van ’s lands lasten over dingbank voorschreven op hem verleend 7-3-1797, neemt in arrest de vaste goederen van Francis Hermen de Vos, bestaand in huis, hof, hei en wei aan elkaar omtrent de molen, enige percelen land aldaar, groes bij de Molensteeg, moerveld in het Kerkenbroek, om daaraan te verhalen 9 gulden en 14 stuivers verschuldigde gelden.

4 David Chabot, vorster der dingbank van Helvoirt, door raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant benoemd tot doen van alle parate executiën binnen voornoemde dingbank bij akte 10-9-1789, verklaart uit kracht van autorisatie door Pieter Mastenbroek in kwaliteit als collecteur van ’s lands lasten over dingbank voorschreven op hem verleend 7-3-1797, neemt in arrest de vaste goederen van de twee kinderen van Peter van Laarhoven, bestaand in groes genaamd de Reijt, houtbos genaamd het Weegske; huis aan de Helvoortse straat; land genaamd Pokeweij; land genaamd de Moerdonk; in de Leegenacker, om daaraan te verhalen onder andere 1 gulden, 7 stuivers en 14 penningen wegens restant verponding; som van 5 gulden 14 stuivers en 4 penningen wegens verponding en 1 gulden, 8 stuivers en 9 penningen wegens de Koningsbeden.