Archieven

1 [begin akte ontbreekt] die voirs Adriana als weduwe Dielis Janss voirs, die voirg. Jan ende Mariken alnoch onmondich ende onbeiaert zijnde, ende hebben ons te kennen gegeven dat haer ende den selven kijnderen van noede is te hebben mombaren om te regerene allen ende een ijegelicken guedens haer te tochten ende den voirs kijndern in erffrechte toebehorende nu hebbende ende naemaels vercrijgende, soe hebben wij scepenen voerg. vuijt crachten der machten van Tshertogenbossche ende haerder meijerijen haer vanden hertoge van Brabant gegeven ende verleent, gheordineert tot mombaren bij middele vanden heer ende hebben gegeven ende verleendt, geven ende verlenen midts desen opentelicke Jannen Janss van Essche, Aertden Janss die Beckere, Henricken Ghijsbertss ende Martenen Jacobss ende elcken van hun bijsondere onder hunne eeden die zij den schouteth ons dorps van Berlickem hebben gedaen vrij volcomen macht, aucthoriteijt ende sonderlinge bevele om allen ende eenen ijegeliken guedens haer Ariken ter tochten ende haeren kijnderen voirs ten erffrecht als voir toebehorende te regern in noot ende totten meesten prouffijt van haer ende den selven kijnderen, te vercopen ende oijck tot scheijdinge ende deijlinge in plaetse vanden onmondige kijnderen te stane, ende onder behoiricke vertijdinge ende verbijntenisse vanden guedens den onbeiaerde kijnderen toebehorende hebbende ende toecomende, veste ende transpoirte te doene, ende voirts generalicke ende specialicke te doene in allen ende eenen ijgelicken guedens den voirg. onbeiaerde kijnderen toebehorende ter tijt toe dat de selve kijnderen zullen gecomen zijn tot hunne volcomen mondige jaeren, des de selve soude connen, moegen ende behoren te doene, behoudelicke dat die voirg. mombaeren van hunnen onderweijnt ende van deser machten zullen schuldich zijn te doene goede wittige ende legale rekeninge reliqua ende bewijs, altijt dair toe versocht zijnde, sonder argelist, orconde der waerheijt etc. Actum den tweeden martii anno 1565.

2 Jan Corneliss van Loon.
Voor Everaert Geritss vande Coeveringhe ende Jan Peter Colen Zebenss, schepenen in Berlicum, is verschenen Aerndt sone wijlen Geraert Boudewijns, die een stuck ackerlants, hoff ende bougaert in Berlicum ter plaetsen genoempt Middelroij, belendingen: het hecken; Lambrecht Henrick Vuchts; die ghemeijn strate; Arijkens weduwe Peter Ruelens met hare kijnderen; noch een stuck ackerlants groot omtrent 3 lopensaet lants aldaar, belendingen: eenen gemeijnen voetpat; erffenisse des abdts van Bern; die ghemeijn strate; welcke erffenissen voirs die voirg. Aerdt in cope vercregen heeft gehadt tegen Jannen ende Hendricken gebroederen, Geritken ende Neesken gesusteren, kijnderen wijlen van Adriaen Bouwen Henrickss (schepenbrieven Berlicum d.d. 15-10-1565); heeft verkocht aan Jannen Cornelissen van Loon. Belast met een oijrt stuijvers gewin chijns in het boeck van Helmont; noch jaarlijks aan verscheijde personen 3 carolus gulden.
Jan Cornelissen van Loon belooft Aertden sone wijlen Gerit Boudewijns dat hij hem schadeloos loss ende vrij zal ontheffen van alsulken lospachte ofte renthe van 6 gulden 15 stuivers als die voirg Aert jaarlijks heeft geloeft te betalene Janne, Henricken, Geritken ende Neesken met hunne broederen ende susteren alnoch onmondich wesende tsamen wittige kijnderen van wijlen Adriaen Bouwen Henrickss verschijnende op Sinte Martijn in den wintere, uit sekere hostadt hoff ende erffenisse gelegen tot Middelroede aen het hecken (schepenbrief Berlicum d.d. 15-10-1565).

3 Voor Dirck Aertss van Swaenbergen ende Jan Peter Colen Zebenss, schepenen in Berlicum, is verschenen Willem Jan Sijmonss, die bekent dat hem inder deijlingen tusschen Geritten Anthonis Timmermans ende hem in voirleden tijde van jaeren gedaen, is te deele gevallen jaarlijks te geldene ter siecker tot Hinthem 2½ gulden, welcke mede veronderpant staen uit sekere gueden Gheritden Anthoniss voirs inde selver deijlinge te deele gevallen, welcke pacht voirg. Willem Janss voirg. heeft geloeft altijt zoe te betalene dat hij Gerit allen ende eenen ijegelicken zijne guedens daer aff loss, vrij ende onbelast sullen blijven.

4 Voor Everaert Geritss vanden Coveringe ende Jan Peter Colen Zebenss, schepenen in Berlicum, zijn verschenen Aerdt Aerts van Boextel als man van Anneken zijnder huijsvrouw, Joerden Willems als man van Lucie zijnder huijsvrouw, Henrick Andries Oems als man van Mariken zijnder huijsvrouw, ende Anna met haeren gecoren mombare, tsamen natuerlicke dochteren Sebastiaens vander Cuijlen ende die voirs Aernt, Joerden, Henrick ende Anna met haren mombaeren hun sterck makende voir die 2 ofte 3 kijnderen nun ter tijt in Zelant wonende verwect bij Jenniken hunne sustere oijck een natuerlicke dochtere was Sebastiaens voirs; die een huijs, hoff, gront ende lant tsamen ontrent eenen lopensaet lants begrijpende in Berlicum recht tegens die kerke over, belendingen: noord Dirck Aertss van Swaenbergen; Jan Jacobss; de gemeijnder strate; Ariaen Ruttens; welcke huijs, hoff ende erffenisse de voirg. vercoperen is aengecomen van ende nae der afflivicheijt Beatrix naegelaten weduwe wijlen Willem Wouters (testament opten prothocolleboeck van heer Bartholomeus IJsbrants van Mierloe) ende oijck in cope vercregen hadde (schepenbrieven Berlicum); hebben verkocht tot behoef van Dircken Artss van Swaenbergen.