Archieven

1 Wij Willem Goerts en Henrick van Weert schepenen in Gsstel bij Herlaer verklaren dat voor ons is verschenen Claes zoon wijlen Jan Marcelis en verkoopt nu aan Lenaert en aan Jan, broers en wettige zoons van wijlen Henrick zoon Peter Henrick Matheus een jaarlijkse pacht van 1 malder rogge, maat van Den Bosch, steeds op Maria Lichtmisdag te betalen, vrij in Den Bosch te leveren op onderpand van een akker gelegen in de parochie Gestel, ter plaatse Heescker genoemd, b.p. de erfgenamen van Gijsbrecht Ariaen Pels, Wouter Wouters van Beeck, Claes Jan Mercelis, de erfgenamen van Jan Hermans. Claes als schuldenaar belooft de verkoop gestand te doen en de akker in goede staat te houden voor de betaling van de pacht van 1 malder. Datum 10 februari 1538.(is een belofte van een jaarpacht, waar in de akte van verkoop wordt gesproken, JT)

2 Lenaert en Jan, broers uit de vorige akte beloven aan Claes Jan Marcelis dat die het malder rogge af mag lossen met 20 karolusguldens, elke gulden van 20 stuivers, samen met alle vervallen termijnen, mits er een half jaar vooraf is opgezegd. Actum als boven.

3 Wij, Willem Henricks en Henrick van Weert, schepenen van Gestel bij Herlaer, verklaren dat verschenen is heer Willem zoon wijlen Roelof Willems, priester en verkoopt aan Lisbeth dochter van wijlen Willem van Beeck met haar voogd en haar kinderen, een huis, met grond, tuin, hofstad etc. gelegen in de parochie van Gestel aan de Plaats daar, b.p. Lenaert Aerts, Jan Verspanck, het lopende water daar genoemd de Vest, de gemeenschappelijke straat genoemd de Plaats. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een braspenninck zoals die door het dorp Gestel is opgelegd en samen met de inwoners moet worden afgelost. Nog een cijns van 3 pond per jaar aan de erfgenamen van Goert van de Merendonck, nog een cijns van 3 pond aan het klooster van de Kruijsheren in Den Bosch, nog een chijns van 3 pond aan Laureijs Kemerling, nog een cijns van 20 stuivers per jaar aan Dirck Toelinck, nog een pacht van 1 lopen rogge aan het O.L. Vrouwealtaar in de kerk van Gestel. Datum 14 februari 1538.

4 Wij, Willem Henricks en Henrick van Weert schepenen verklaren dat voor ons zijn verschenen de 6 kinderen van wijlen Jan Gerits van Beeck en hebben het bezit gedeeld dat ze hebben geerfd na de dood van hun broer Dirck. Ariaen krijgt een pacht van 5 zesterzaad rogge per jaar uit het erf van Jan de Witte, nog een pacht van 3 zesters rogge per jaar uit het erf van wijlen Jacop Matheus van Asten, nog het zesde deel van een hoen en het zesde deel van een morgen hooiland in een beemd genoemd de Korbeemd gelegen in Gestel te Haenwijck. De andere 5 kinderen krijgen samen de 5 delen van de morgen hooiland gelegen in de Korbeemd. De 5 kinderen doen afstand op de 5 en de 3 zesters rogpacht en op het 1/6e deel van de morgen land. Ariaen op zijn beurt doet afstand van aanspraken op de 5/6e delen van de morgen land. De delers beloven de deling gestand te doen. Datum 19 februari 1538.