Archieven

1 Wij Jan van de Heuvel en Jan Janssen Broeren, schepenen verklaren dat voor ons zijn verschenen Peter Martens van de Ven voor een derde part, Andries Huiberts als man van Aleken Martens van de Ven ook voor een derde part en Eijmbert Willems als man van Meriken dochter Marten Peters van de Ven ook voor een derde, verkopen aan Hendersken Willem Jan Weijgergancks weduwe van Arien Lourens, een perceel akkerland groot ca. 1 lopenzaad alhier te Gestel op de Hooghen Keer ter plaatse genoemd in de Heijde, b.p. de erfgenamen van Dirck Delissen, Goijaert Anthonis Stracker, de weduwe en kinderen van Arijen Lourens, Meriken Lourens. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen, behalve het derde part van een jaarlijkse rente van 5 gulden aan sr. Johan Pittens aflosbaar met 100 guldens kapitaal, verder behalve de dorpslasten en de gebuurlijke rechten. Voorzien van schependomszegel. Datum 26 maart 1675.

2 Wij Jan van de Heuvel en Jan Janssen Broeren, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Jan zoon Jan Arijens van de Biechelaer als man van Geertruijt dochter van Rijckert Janssen van den Oetelaer en verkoopt aan Gijsbert Cornelissen van Oisterwijk een perceel akkerland groot ca. 5 vierdevat gelegen te Gestel onder de herdgang Ruijmel, b.p. Henrick Huijberts van Gemert, de erfgemnamen van Rijckert Janssen van den Brandt, Dirck Willem Rutten, Gijsbert Cornelis van Oisterwijk. Nog verkoopt hij de helft van een onverdeeld weiland zijnde de helft oostwaarts naast de Pettelaersestraat alhier, b.p. Gijsbert Cornelissen waarvan is afgedeeld, Cathelijn Jan Hanssen, de gemeenschappelijke straat daarm, samen met alle aanplant ervoor. De verkoper heeft dat vanwege zijn schoonmoeder verkregen en was hem voor schepenen alhier toebedeeld. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen behalve dat anderen over het genoemde perceeltje akkerland recht van overpad hebben. Voorzien van schependomszegel, datum 30 maart 1675.

3 Wij Jan Claessen Cluijtmans en Adriaen van de Brandt, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Henrick Arijens van der Heijden daarin voor een helft en Aert Janssen Keijsers als man van Jenneken Arijens van der Heijden voor de andere helft verklaren met elkaar overeenstemming te hebben bereikt over de deling van het onroerend bezit dat ze hebben geerfd na dood van Meriken weduwe van Pouwels Arijens van der Heijden en van Meriken Delis van Osch, weduwe van Jan Hermans, zijnde hun grootmoeder. - Genoemde Aert Janssen Keijser krijgt hierbij een perceel akkerland genoemd de Bogaaert groot ca. 5 lopenzaad, alhier gelegen aan het Heselaer, b.p. de kinderen van Wouter Hillekens en meer anderen, de kinderen van Adriaen Herberts van de Ven, het erf van van de Velde, de gemeenschappelijke straat. Nog de helft van een perceel akkerland in twee stukken alhier in de Heesakkers, in totaal groot ca. 5 lopenzaad min 6 roedes, zoals die zijn afgepaald, b.p. Jan van der Voort, de andere helft nu eigendom van Jan Adriaens van de Ven, de kinderen van meester Sebastiaen de Vries, Claes Peter Pels en meer anderen. Nog krijgt hij een stuk akkerland, groot ca. 2 lopenzaad, alhier gelegen op de Heesackers ter plaatse genoemd in de Cameren, b.p. Jan van der Voort, de kinderen van Adriaen Herberts van de Ven, Arijen Everts van den Oetelaer. Nog krijgt hij de helft van 4 lopenzaad teulland, alhier gelegen op de Heesackers, b.p. de kinderen van Ariaen Herberts van de Ven, Jan van der Voort, jonker Boecop, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij de helft van een weiland genoemd het Raveschots Camp, alhier ter plaatse genoemd in het Moerschot, deze helft groot ca. 5 morgens, b.p. Jan van der Voort, de andere helft nu eigendom van sr. Jan Vervoort, Henrick den Hartogh en meer anderen. Er is recht van overpad overe de andere helft ervan. en de pad daar. Uit het weiland jaarllijks de helft van 3 gulden te betalen aan het Schildersgasthuis.

4 Wij Jan Claessen Cluijtmans en Adriaen van den Brandt, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Aert Jan Keijsers en verkoopt aan Gijsbert en Mathijs zoons van Thonis Henricks Vuchts, elk voor de helft, een perceel weiland genoemd het Raveschots Camp, alhier gelegen ter plaatse genoemd het Moerschot, groot ca. 5 morgens, b.p. sr. Jan Vervoort, Henrick de Hartogh en meer anderen. Er is recht van overpad over het erf van Jan Vervoort dat er eerder van is afgedeeld en over de pad daar. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen, behalve de helft van 3 gulden per jaar aan het Schildersgasthuis, over te nemen met een vervallen en de lopende termijn, verder de dorpslasten etc. Voorzien van schependomszegel. Datum 31 maart 1675.