Archieven

1 Dirick Ardt Diricxss. van Kessel inwoner van Schijndel; Gijsbert Anthons Smits en Ardt Jans Geerlincx schepenen verklaren ter instantie van Henrick Adriaens van der Aa en Delis Corstiaens van der Aa dat hen bekend is de persoon van Dirick zoon van Ardt Diricxss. van Kessel en Marijken dochter van Willem Geerings; genoemde schepenen

2 Dirick Dircxss. van Kessel en Lambert Symons van der Hagen met een verklaring over een jonge roodne hengst die nu 2 jaar oud is en in Schijndel gefkt en opgegroeid bij Gijsbert Anthonis bij wie een zekere Eijmbert dienstknecht was

3 Mechtelt nagelaten weduwe van wijlen Henrick Denis oud 52 jaar gedaagd om getuigenis der waarjeid af te leggen ter instantie van Luijcas Henrick Denis dat de vs. Henrick Denis haar man tegen haar heeft gezegd en verklaard dat Frans Goirtss. een paard had gehad waar Henrick Denis 90 gl. voor bood maar het daarvoor niet mocht hebben en dat Jan Denis had gehad 40 gl. van moederswege en dat Peterken zijn zuster had gehad een ‘schreijn rog ende een huijck’ – schepenen Henrick Willems van den Oetelaer en Ardt Jans

4 Henrick Willems van den Oetelaer en Lambert Symons van der Haigen verklaren te rinstantie van Henrick zoon van Delis Henrick Laureijnssen dat voor hen is gecompareerd de kleermaker Bastiaen Henricxx. van Herpen en Mariken dochter van Anthonis Mathijssen beiden uit Schijndel en dat de kleermaker heeft zitten werken ten huize van Henrick Delissen en daar heeft afgemeten met een gerechte elle 5 ellen linnn lakens ten behoeve van de dienstmaagd dochter van Lambert Claessen de Decker en Mariken de dochter van Anthonis Tijssen verklaart dat het inderdaad na hermeting 5 ellen waren [1.2.1620]; de schepenen Henrick Laureijnssen en Ardt Jan Geerlinx verklaren te rinstantie van Ariaen Geritss. Smit zijn geweest ten woonhuize van Gijsbert Henrick Jordens zonder precies te weten wanneer het precies was en hebben aldaar Gijsbert Henricxss. ziek op bed zien liggen en die heeft verklaard dat hij samen met Adriaen Smit borgemeesters is geweest in het jaar 1594 referend aan de borgemeestersrekening van dat jaar