Archieven

1 Huwelijkscontract tussen Peter Lovendaal, weduwnaar van Agnis Reijnen, geassisteerd met Jasper Lovendaal en Jacob Jacobs, bloedmomboirs van zijn kind, en Sebilla Peters, meerderjarige jd, geassisteerd met haar vader Peter Huijbers, haar momboir. Het voorkind krijgt als moederlijk bewijs 60 gulden en wat kleinoden van zijn moeder, uit te keren bij mondigheid of huwelijk. Kinderen uit dit huwelijk worden gelijkgesteld aan het voorkind en krijgen een gelijk deel uit de nalatenschap, met aftrek van voornoemd bewijs. Als er geen kinderen worden geboren, en indien een van beiden binnen een jaar komt te overlijden, dan krijgt de langstlevende 50 gulden uit de aangebrachte goederen. Overlijdt een van beiden na een jaar, dan krijgt de langstlevende de tocht over diens goederen. Wanneer zij beiden zijn overleden gaan de goederen naar wederzijdse vrienden en erfgenamen.

2 Willem Claassen de Bruijn en Johanna Jans huwden 12-1-1732. Zijn voorkind uit eerste huwelijk met Metjen Jans van Daal heeft zijn moederlijk bewijs gekregen. Kinderen, geboren uit dit tweede huwelijk, zouden de goederen die de moeder in het huwelijk heeft ingebracht zowel in erf als in goederen ter waarde van 250 gulden als moederlijk bewijs krijgen. Zijn middelen zijn gedurende zijn tweede huwelijk dusdanig geslonken, dat hij zijn voorkind uit tweede huwelijk niet kan uitbetalen. Maar hij belooft dit alsnog te doen, zodra het kind meerderjarig is of trouwt. De momboiren van het kind gaan hiermee akkoord. Hij gaat nu een derde huwelijk aan met Weindel Baltussen.

3 Huwelijkscontract tussen Thomas Gielens, meerderjarig jm, en Maria Claassen de Bruijn, weduwe van Jacob van de Wollenbergh, geassisteerd met Gerrit Gielens en Willem Claassen de Bruijn, bloedmomboirs van haar 3 minderjarige kinderen. De 3 voorkinderen krijgen als vaderlijk bewijs samen een somma van 100 gulden, een paar zilveren schoengespen en 3 dozijn zilveren knopen, uit te keren bij meerderjarigheid of huwelijk. Kinderen uit dit huwelijk worden gelijkgesteld aan de voorkinderen en krijgen een gelijk deel uit de nalatenschap, met aftrek van voornoemd bewijs. Als er geen kinderen binnen dit huwelijk worden geboren en de bruidegom overlijdt voor de bruid, dan behoudt zij alle aangebrachte goederen. Bij vooroverlijden van de bruid krijgt de bruidegom een kindsdeel.

4 Huwelijkscontract tussen Jan Hermans, weduwnaar van Dersken Reijnen, geassisteerd met Aart Zegers als oom en momboir van zijn minderjarig kind uit tweede huwelijk met Theunisken Zegers, en met Nelis Reijnen en Jacob Goossens als bloedmomboirs van zijn minderjarig kind uit derde huwelijk met Dersken Reijnen, en Allegonda Hendrix de Laaracker, meerderjarige jd, geassisteerd met haar broer Jan Hendrix, haar momboir. De voorkinderen krijgen als moederlijk bewijs ieder 6 gulden, uit te keren bij meerderjarigheid of huwelijk. Verder krijgt het kind uit tweede huwelijk nog het moederlijk bewijs, vastgelegd in het huwelijkscontract d.d. 19-1-1732. Kinderen uit dit huwelijk worden gelijkgesteld aan de voorkinderen en krijgen een gelijk deel uit de nalatenschap, met aftrek van voornoemd bewijs. Als er geen kinderen binnen dit huwelijk worden geboren en de bruidegom overlijdt voor de bruid, dan krijgt de bruid een kindsdeel. Bij vooroverlijden van de bruid krijgt de bruidegom de tocht over haar goederen.