Archieven

1 [afgescheurd; een rente van drie philippusgulden] [afgescheurd] gulden kapitaal [afgescheurd; de dekens van de] St. Jans broederschap [afgescheurd] een obligatie ten laste van de [onleesbaar] Resoir en zijn echtgenote van [onleesbaar] kapitaal met geen andere lasten dan 's heren poortchijns, aan het gasthuis zes gulden, aan de bagijnen een gulden, aan Jan Blomarts brouwer xxxvij stuivers, aan Fyken Cor[onleesbaar] een philippusgulden, aan de kanunniken een malder rogge, aan dezelfden drie stuivers drie oort, aan Fyken van Erp zes gulden, losbaar op de pachtdag met de volle pacht en twee[onleesbaar] gulden 10 stuivers. Scholtis, schepenen [onleesbaar]. [datum onleesbaar]

2 erf van Jan Broen als [afgescheurd]ter van Haeften schipper [rest betreft schepenbelofte]

3 Marten Gerits Houffaer jongman met Jan Robberts zijn oom en bloedmomboir en van Jenneken dochter van Gerit Houffaer, Herman Guertssen als man en momboir van Neelken van Tongeler moeder van Geurt Janssen Houffaer verwekt in haar eerste huwelijk door Jan Houffaer, vesten [afgescheurd] achterhuis [afgescheurd; aan de ene zijde] Jan Aerts, aan de andere zijde [het erf van] de erfgenamen van Peter S[afgescheurd; achter] schietend aan het erf van de gul[afgescheurd] en voor aan de gemene straat, met geen andere lasten dan 's heren poortchijns, aan de kanunniken [afgescheurd] dertig stuivers, aan het gasthuis een malder rogge te betalen met dertig stuivers, aan de armen drie brabantse gulden, aan de rentmeester Pauwels Franck zes philippusgulden losbaar, aan de erfgenamen van Jan Schers zes gulden, aan Heylken weduwe van Hendrick van Steenhuys zevenentwintig gulden losbaar, aan de erfgenamen van Jan Aertssen bakker ses gulden losbaar. Scholtis, schepenen Pauwels Franck en Willem Wouterssen

4 Lambert Henricx en Henrisken Willems e.l., Frans Caris zich sterkmakend voor zijn echtgenote en Peter Caris gebroeders zich sterkmakend voor Houb onmondige zoon van Houb van Gulick en Gritien Franssen, Lambert Hendricx en Henrisken Willems voor een derde part, Frans en Peter Caris zich sterkmakend zoals voornoemd met Gritien Franssen voor een derde part [afgescheurd; aan de ene zijde] het erf van Mary Calcken, aan de andere zijde naast zeker klein straatje, achter schietend aan het erf van Louff Peters vande Goor en voor aan de gemene straat, waarvan het derde derdepart toekomt aan de voornoemde mr Frans vander Haegen met geen andere lasten dan 's heren poortchijns. Scholtis, schepen van Eck die het die Groot zal aandienen