Archieven

1 Frans Berent Custer en Anna Snijders e.l. en Johan van Aarsse als voogd van Samuel Snijders daartoe gemachtigd door het gericht te Grave dd 2 januari 1739, schepenen gebleken, vesten Alexander Cruyseman en Geertruy Effers een rente van twaalf gulden losbaar met driehonderd gulden, de eerste pacht te vervallen over een jaar a dato heden, uit het huis en erf aan de Brugpoort, aan de ene zijde het erf van Willem Arend de Quaij, aan de andere zijde en voor aan de gemene straat. Wie wil lossen of laten lossen moet dat een kwartaal tevoren aanzeggen. Substituutscholtis Jacobus Smits, schepenen Johannes Leurs en Arnoldus Versluys, Frans Bernd Custers, Anna Sneijders. 2 januari 1739. In de marge: de 40ste penning 7-10-0 dd 2 januari 1739. Doorgehaald;in de marge:mij secretaris bij kwitantie van A. Kruseman gebleken dat dit is afgelost, dus geroyeerd, 2 januari 1742, D. Ragay, A. Kruseman

2 op 21 januari 1738 was gecompareerd voor notaris Hendrik Berents en getuigen Henrica de Haan meerderjarige jongedochter met de notaris als momboir die verklaarde schuldig te zijn aan Willem Torsinck substituutrentmeester van het St. Catharina gasthuis een som van tweehonderd gulden wegens geleend geld, met belofte tot restitutie over een jaar tegen vier percent rente en bij langer uitstel tegen dezelfde rente tot de aflossing toe, met beiderzijds drie maanden opzegging, met toestemming aan toonder dezes deze belofte te vesten; derhalve compareert Jan Rovers richterbode als toonder dezes die het bovenstaande vest. Scholtis, schepenen Arnoldus van der Plaat en Johannes Leurs, J. Rovers. 10 februari 1739. In de marge: de 40ste penning 2-10-0 dd 17 februari 1739

3 Frans Janssen weduwnaar van Anna van Breugel vest Leendert Hovens en Riek Reijnen e.l. het huis en erf in de groote Sack, aan de ene zijde het erf van de prins van Hessen Philipsdal, aan de andere zijde het erf van de weduwe Gysbert Derx, achter schietend tegen het erf van Geertruij Berings en voor aan de gemene straat, met geen andere lasten dan 's heren poortchijns verkocht voor tweehonderd gulden. Substituutscholtis Arnoldus van der Plaat, schepenen Johannes Leurs en Arnoldus Versluys, het merk van comparant. 3 maart 1739. In de marge: de 40ste penning 5-0-0 dd 2 maart 1739

4 Hendrik Verhorst burgemeester van Grave stelt zich borg voor zeshonderd gulden voor de administratie van Casper Pierlingh als commies van 's lands magazijn en ammunitie van oorlog binnen het fort van Frederick Hendrik. waarbij het gericht verklaart dat hij voldoende gegoed is om de borg te kunnen presteren. Substituutscholtis Jacobus Smits, schepenen Johan van Diependaal en Arnoldus Versluijs, H. Verhorst