Archieven

1 Sebaltus Josephus Boeracker wonende op de Reek uit kracht van procuratie van Fransiscus [sic] Aloysius Boeracker MD wonende te Oss voor notaris Petrus Glaviman en getuigen te Oss dd 1 september 1802, schepenen gebleken en ter secretarie geregistreerd, vest Petrus van der Wielen en Allegonda Rodeijnen e.l. het gerechte vierde part en dus een morgen in de hooi- en weikamp groot in het geheel vier morgen genaamd de Caamercamp in de lage Wyth jurisdictie van Grave, aan de ene zijde het Wessele kampje, aan de andere zijde de grote Haasenkamp, met het ene eind de Hollandsche Campen en het andere einde de Kalvercamp verkocht voor eenduizendzevenhonderdvijfentwintig gulden, vijfenvijftig hogen. 20 december 1802. In de marge: koop met de hogen 1835-0-0, de 40ste penning 45-17-8 dd 18 december 1802. Eronder: wegens afwezigheid van de koper is dit transport heden niet gepasseerd, zie fol. 11

2 dezelfde qq vest Maria Verstraaten weduwe van Geurt van Cuyk en Willemina Verhaart weduwe van Constantinus Verstraaten elk voor de gerechte helft het gerechte vierde part en dus een morgen in de hooi- en weikamp groot in het geheel vier morgen genaamd de Caamercamp in de lage Wyth jurisdictie van Grave, aan de ene zijde het Wessele kampje, aan de andere zijde de grote Haasenkamp, met het ene eind de Hollandsche Campen en het andere einde de Kalvercamp verkocht voor eenduzendzevenhonderdvijfenveertig gulden, zeventig hogen. H.J. Giebe, schepenen J.A. van Boekel en Hk van Haaren, S.J. Boeracker. 20 december 1802. In de marge: koop met de hogen 1885-0-0, de 40ste penning 47-2-8 dd 4 december 1802

3 dezelfde qq vest Anthoon Reynen en Martinus Gerrits ieder voor de helft het gerechte vierde part en dus een morgen in de hooi- en weikamp groot in het geheel vier morgen genaamd de Caamercamp in de lage Wyth jurisdictie van Grave, aan de ene zijde het Wessele kampje, aan de andere zijde de grote Haasenkamp, met het ene eind de Hollandsche Campen en het andere einde de Kalvercamp verkocht voor eenduzendzevenhonderdvijfenvijftig gulden, zestig hogen. H.J. Giebe, schepenen J.A. van Boekel en Hk van Haaren, S.J. Boeracker. 20 december 1802. In de marge: koop met de hogen 1875-0-0, de 40ste penning 46-17-8 dd 13 december 1802

4 afschrift van de procuratie: Fransiscus [sic] Aloijsius Boeracker MD machtigt zijn broer Sebaltus Josephus Boeracker wonende in de Reek om te verkopen drie morgen uiterwaard onverdeeld in de kamp van vier morgen in de lage Wyth jurisdictie van Grave. Notaris Willem Petrus Glaviman, getuigen Jacobus Philippus Leheu en Antonius van Erp, Oss 1 september 1802, c.c. 20 december 1802, W. Smits