Archieven

1 Schrijven van de commissaris ontvanger van Verponding in het ressort Grave arrondissement Boxmeer aan de weduwe Dennis Wintjens. Verzoek om binnen 8 dagen de aangekomen goederen aan te geven en te registreren ter secretarie.

2 Compareerde voor president Meijers en de schepenen van de rechtbank van Boxmeer Christina Fio, zijnde van competente ouderdom wonend te Boxmeer, welke verklaart op verzoek van de heer P. Hoctin, medicinae doctor wonend te Boxmeer, dat zij volgens een gesloten akkoord met R. Smits wonend te Boxmeer, aangenomen heeft alle brieven welke hij op het postkantoor te Grave laat afhalen en welke besteld worden in Boxmeer. Er is verwarring over de portokosten van een brief van 20 november 1807.

3 Op 2 juli 1808 hebben beëdigde taxateurs G. Martens en A. van Wanroij, op verzoek van Peter Theonville, de goederen getaxeerd welke met de dood ontruimd en nagelaten zijn door Johanna Jansen, gewoond hebbend en overleden te Rotterdam. Verwijzing naar testament van Johanna Jansen voornoemd met Geertruij Jansen gepasseerd 16-11-1802 voor W.J. van Ripp, notaris te Rotterdam. Tot nalatenschap behoren perceel bouwland aan den Steegschen Pad in de IJspan, bouwland aan de Suikerberg, hooi- of weiland, alles gelegen te Boxmeer.

4 Mr. J.A. Verheijen, baljuw, P. van Raaij en J.F. van den Heuvel, schepenen van de rechtbank van Boxmeer verklaren dat voor hen is verschenen Franciscus Wilhelmus Laurentius Lambrechts, gepensioneerd generaal majoor in koninklijke Nederlandse dienst, wonend te Amsterdam. Comparant maakt zijn testament en legateert f 1.000,-- ieder aan zijn zusters Maria Elisabeth Lambrechts weduwe van Thomas Corjaux, Maria Helena Lambrechts, Barbara Lambrechts gehuwd met Simon Reijnaerds. Aan zijn broer Baptist Lambrechts, brigadier der koninklijke Hollandsche legers en thans commandant te Breda, zijn gouden horlogie met gouden ketting. Tot enige erfgenaam benoemt hij zijn broer Theodorus Martinus Lambrechts, gepensioneerd kapitein in koninklijke Hollandsche dienst en bij zijn vooroverlijden diens kinderen. Het vruchtgebruik is dan echter voor Maria Ida Smeeds, moeder van de kinderen. Tot testateurs benoemt hij Derk Cornelis van der Meulen en zijn broer Theodorus Martinus Lambrechts.